33774 |
langwerpige streep van voorhoofd tot neus |
streep:
strip (L269p Blerick)
|
Lange, witte streep over de paardekop tot halverwege de neus, naar de vorm in verschillende soorten onderscheiden: ''halve'' en ''doorlopende bles'', ''smalle'' en ''brede bles'', en als ze de hele snuit wit kleur: witte muil, snuit. Zie ook het vorige lemma met ''bles'' in de betekenis van een naar voren hangend haarbosje. Zie afbeelding 4. [JG 1a, 1b; N 8, 27b]
I-9
|
25079 |
langzaam, traag |
langzaam:
langzaam (L269p Blerick, ...
L269p Blerick,
L269p Blerick),
traag:
traog (L269p Blerick)
|
langzaam (lui, traag, stil, telijig) [DC 39 (1965)] || langzaam [lui, traag, stil, telijig] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
34017 |
langzamer |
hola-ho:
hola hō (L269p Blerick)
|
Voermansroep om het paard langzamer te doen gaan. [N 8, 95h en 96]
I-10
|
19599 |
lantaarn |
lantaarn:
lantêrn (L269p Blerick),
lucht:
luch (L269p Blerick)
|
lantaarn [SGV (1914)]
III-2-1
|
18346 |
lap op een schoen |
huif:
hoef (L269p Blerick, ...
L269p Blerick),
lap:
lap (L269p Blerick, ...
L269p Blerick)
|
lap op een schoen, stukje leer waarmee het bovenleer wordt gerepareerd [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18980 |
laster |
laster:
laster (L269p Blerick)
|
laster [SGV (1914)]
III-1-4
|
19297 |
lastig (werken) |
lastig:
lestig (L269p Blerick)
|
lastig [SGV (1914)]
III-1-4
|
17814 |
laten |
laten:
loaten (L269p Blerick)
|
laten [SGV (1914)]
III-1-2
|
33384 |
latierboom |
scheidsboom:
sxɛi̯ts˱bǭm (L269p Blerick)
|
Een horizontale balk die twee paarden van elkaar scheidt, meestal hangend aan kettingen, ook wel vast verbonden. In plaats van een hangende balk kan er ook een eenvoudige en niet al te hoge tussenwand zijn. Met een box is een afgeschutte ruimte voor één paard bedoeld; de tussenwand maakt dan deel uit van de box. [N 5A, 59d; monogr.]
I-6
|
25226 |
lauw weer |
lauw (weer):
lauw (L269p Blerick),
moe (weer):
muug waer (L269p Blerick),
mubberig:
möbberig (L269p Blerick)
|
loommakend, gezegd van het weer [lui] [N 81 (1980)] || warm noch koud, gezegd van het weer [lauw, voos] [N 81 (1980)]
III-4-4
|