34377 |
roep- en lokwoord voor het varken |
kuus:
kus (L269p Blerick),
kuus, kuus, kuus:
kys, kys, kys (L269p Blerick),
varken:
vɛrkǝ (L269p Blerick)
|
In plaats van kuus roepen klakt men ook wel met de tong. [N 19, 11a; VC 14, 2c (r]
I-12
|
34442 |
roep- en lokwoorden voor het lam |
lam:
lam (L269p Blerick),
lām (L269p Blerick),
lammetje:
lɛmkǝ (L269p Blerick),
lem, lem, lem:
lɛm, lɛm, lɛm (L269p Blerick)
|
[N 19, 74b; VC 14, 2k (R]
I-12
|
34441 |
roep- en lokwoorden voor het schaap |
lem, lem, lem:
lɛm, lɛm, lɛm (L269p Blerick),
schaap:
sxǭp (L269p Blerick)
|
[N 19, 74a; VC 14, 2j (R]
I-12
|
21362 |
roepen |
roepen:
roape (L269p Blerick),
roope (L269p Blerick),
schreeuwen:
schrîêwe (L269p Blerick)
|
op een luide manier iets mededelen, roepen [skriesen] [N 87 (1981)] || roepen [SGV (1914)] || roepen (geen context) [DC 38 (1964)]
III-3-1
|
33841 |
roepen van de hengst naar de aankomende merrie |
kraaien:
kręi̯ǝ (L269p Blerick),
schreeuwen:
sxrīvǝ (L269p Blerick),
schuifelen:
sxȳfǝlǝ (L269p Blerick)
|
Bij het naderen van de hengst joechelt (juicht) de merrie naar de hengst, die deze roep op zijn beurt beantwoordt met onder meer te rauwen, hummelen, joechelen e.d. In dit lemma zijn ook de enkele antwoorden uit vraag N 8A, 1c (zachtjes hinniken van de merrie tegen het veulen) ondergebracht, omdat zij enkel in dit kader passen; de gestelde vraag leverde geen enkele specifieke term op. [N 8, 47; N 8A, 1b en 1c]
I-9
|
21652 |
roeper |
afslager:
aafslager (L269p Blerick)
|
afslager: Hoe heet bij de openbare verkoping van goederen degene die de verkoping leidt [afslager, uitroeper, roeper?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
34531 |
roepwoord om de klokhen te lokken |
kip, kip, kip:
kip, kip, kip (L269p Blerick),
kloek, kloek, kloek:
kluk, kluk, kluk (L269p Blerick)
|
[N 19, 44c; A 6, 2c]
I-12
|
34460 |
roepwoord voor de geit |
geit:
gęi̯t (L269p Blerick),
sik, sik:
sik, sik (L269p Blerick)
|
[N 19, 74e; VC 14, 2l r; L B2, 259e -263-; monogr.; N C, Q 111 add.]
I-12
|
34461 |
roepwoord voor de jonge geit |
geitje:
gē̜i̯tjǝ (L269p Blerick),
jonge geit:
joŋǝ gęi̯t (L269p Blerick),
jōŋ gęi̯t (L269p Blerick),
liemes:
limǝs (L269p Blerick),
sik, sik:
sik, sik (L269p Blerick)
|
[N 19, 74f; VC 14, 2m -r-]
I-12
|
20819 |
roeren |
roeren:
reure (L269p Blerick, ...
L269p Blerick),
ruere (L269p Blerick)
|
roeren [DC 47 (1972)]
III-2-3
|