e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Blitterswijck

Overzicht

Gevonden: 2572
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
fruit bewaren muiken: moa-je-ke (Blitterswijck), moͅi̯əkə (Blitterswijck), muəkə (Blitterswijck) halfrijpe appels en peren laten rijpen in een moeëk || meuken (fruit bewaren) [SGV (1914)] III-2-3
fruit eten groezen: grūzə (Blitterswijck) veel fruit eten III-2-3
fruit, ooft groenigheid: grünnigheid (Blitterswijck) groente of fruit I-7
fuik fuik: foek (Blitterswijck) fuik [SGV (1914)] III-3-2
gaan gaan: goan (Blitterswijck) gaan [SGV (1914)] III-1-2
gaar gaar: gār (Blitterswijck) gaar, gekookt III-2-3
galgenaas galgenaas: galgenoas (Blitterswijck) galgenaas [SGV (1914)] III-3-1
galnoot zeikappel: zeikappel (Blitterswijck) galnoot [SGV (1914)] III-4-3
gang gang: corridor goat oew gang  gang (Blitterswijck) gang [SGV (1914)] III-2-1
gans gans: gans (Blitterswijck) [A 2, 42; A 6, 5a; A 6, 5b; A 6, 5c; S 9; L 1a-m; L 1, 58; JG 1a, 1b, 1c, 1d; Vld.; monogr.] I-12