e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Blitterswijck

Overzicht

Gevonden: 2572
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
grootte grootte: grötte (Blitterswijck) grootte [SGV (1914)] III-4-4
grootvader bestevader: bestevajjer (Blitterswijck), grootvader: grötvader (Blitterswijck) grootvader III-2-2
grote hoeveelheid, hoop berg: bērg (Blitterswijck), berm: bērm (Blitterswijck), hoop: ho-ap (Blitterswijck), hopen (mv.): heu-ep (Blitterswijck), klomp: ps. boven de ó moet nog een lengteteken staan; deze combinatieletter is niet te maken!  klómp (Blitterswijck), macht: Ien de bèèk zÅØte (zote) visse mit de macht: in de beek zaten zeer veel vissen.  macht (Blitterswijck) grote hoeveelheid || hoop [SGV (1914)] || hoop, ongeordende stapel || hoopen (mv.) [SGV (1914)] || vormloze massa III-4-4
grote waterweegbree mierik: mierk (Blitterswijck) lepelbladsoort III-4-3
gruwelijk ijsachtig: eisechtig (Blitterswijck) gruwelijk [SGV (1914)] III-1-4
guit guit: guut (Blitterswijck), rakker: rakkerd (Blitterswijck), vuilik, een -: vulik (Blitterswijck) guit [SGV (1914)] III-1-4
gulden gulden: geulde (Blitterswijck), pop: pop (Blitterswijck) gulden [SGV (1914)] III-3-1
gunnen gunnen: gunne (Blitterswijck) gunnen [SGV (1914)] III-1-4
guur, kil en schraal weer koud (weer): kalt (Blitterswijck, ... ), schuiverig (weer): schuverig (Blitterswijck), zuur (weer): zoer (Blitterswijck, ... ), zoeër (Blitterswijck) guur, kil || kil [SGV (1914)] III-4-4
haag heg: hęx (Blitterswijck) Omheining van levend hout ter afpaling van een erf of een stuk land. Men kent verschillende soorten hagen onder andere beukenhaag, elzenhaag, ligusterhaag, meidoornhaag, taxushaag en vlierhaag. [N 14, 62; RND 20; Wi 9; S 13, add.; Vld.; A 25, 4a; L 1a-m; L B2, 279; JG 1b, add.; L 32, 45; monogr.] I-8