e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bocholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schreeuwen schreeuwen: šriǝvǝ (Bocholt), šrīǝvǝ (Bocholt) Het schreeuwen van een varken ten teken van honger of bij het slachten. [N 19, 24; JG 1a, 1b; N 76, 33; monogr.; N 19, Q 111 add.] I-12
schrijven schrijven: sjrieve (Bocholt), sjrieven (Bocholt) Noem het (dialect)woord voor: het "met een stift, pen, potlood, krijt enz. aanbrengen van letters of cijfers op papier of een ander vlak voorwerp"? [schrijven] [N 102 (1998)] III-3-1
schrikachtig schouw: šuu̯ (Bocholt) Gezegd van schichtige, schuwe paarden, die angst hebben voor plotselinge geluiden en bewegingen. Zij slaan dan eventueel op hol, zodat zij streng aan de lijn gehouden dienen te worden. [JG 1a; N 8, 64j en 64k] I-9
schrikkeljaar schrikkeljaar: sjrikk`ljaor (Bocholt) Schrikkeljaar. III-3-2
schrobben schrobben: sjròbbe (Bocholt) schrobben III-2-1
schrobbezem schrobborstel: sjròbborstel (Bocholt), šrōboͅrstəl (Bocholt), šrōp˂boͅrstəl (Bocholt), m.  šrōp˂boͅrstəl (Bocholt) bezem om de vloeren mee te schrobben (boender, schrobbessem, wasser, luiwagen) [N 20 (zj)] || borstel; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || schrobborstel III-2-1
schroeien schrillen: schrullen (Bocholt), sjrille (Bocholt), snerken: snörke (Bocholt), verschrillen: verschrulle (Bocholt) bijna verbranden || schroeien [ZND 06 (1924)] || schroeien (zengen) [ZND 08 (1925)] III-2-1
schuchter verlegen: ook materiaal znd 21, 36  verleigen (Bocholt) schuchter (bloode) [ZND 01 (1922)] III-1-4
schudden met de riek schudden: šø̜dǝ (Bocholt) Bij het mest spreiden maakt men met de riek telkens al schuddende een slingerende beweging. [N M, 12b; N 11A, 24; JG 1a + 1b; monogr.] I-1
schuier klederborstel: klēͅi̯ərboͅrstəl (Bocholt), niet duidelijk of het een i of een j is  klēͅi̯ərboͅrstəl (Bocholt) borstel; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1