e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bocholtz

Overzicht

Gevonden: 2628
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
de hoogkar doen achteroverslaan opslaan: opslǭ (Bocholtz) De hoogkar doen achteroverslaan, zodat de berries omhoog steken. Het paard dient daartoe te worden uitgespannen, aangezien de bak van de hoogkar niet kantelbaar is. [N 17, 89] I-13
de huiszegen bidden huiszegen beden: der hoeszèën bèëne (Bocholtz) De Huiszegen bidden. [N 96B (1989)] III-3-3
de kaarsen aansteken aansteken: aastèche (Bocholtz) De kaarsen aansteken [aanstèèke, aanstaoke?]. [N 96B (1989)] III-3-3
de kaarsen doven uitmaken: oesmaache (Bocholtz) De kaarsen doven, uitmaken, uitdoen. [N 96B (1989)] III-3-3
de kaarten couperen afheven: aafheëve (Bocholtz) Aftillen; afnemen van stapel kaarten. III-3-2
de kaarten schudden mischen (du.): 1. Mengen.  miesje (Bocholtz) 2. Schudden van kaarten. III-3-2
de kerkgang maken de kerkgang doen: der kirchgank doeë (Bocholtz) De kerkgang doen/maken. [N 96B (1989)] III-3-3
de klei bereiden leem maken: lēm māxǝ (Bocholtz), leem schaven: lēm šāvǝ (Bocholtz) De klei uitspreiden, met water besproeien, omwerken en met de voeten kneden. In Q 83 moest de klei 4% vocht bevatten. Men noemde dat: vier vocht hebben (ī̄r vǫx hø̜b\. [N 98, 61; monogr.] II-8
de kruisweg bidden de kruisweg beden: der kruutswèg bèëne (Bocholtz) De kruisweg bidden (in de vastentijd, op Goede Vrijdag, na n begrafenis) [de kruutswèèg bèèje, de statioeëne beëne?]. [N 96B (1989)] III-3-3
de melk inhouden ophouden: ǫphǫu̯wǝ (Bocholtz) Tijdens het melken plotseling geen melk meer geven, gezegd van de koe. [N 3A, 69; monogr.] I-11