e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Boekend

Overzicht

Gevonden: 1986
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kluit aarde kloot: kluǝt (Boekend) [N 27, 36; S 18; R 3, 8; L 28, 8; L 28, 9; L 1a-m; L B2, 290; ALE 257; Vd.; monogr.] I-8
knabbelen knibbelen: knibbele (Boekend) knabbelen [knibbele] [N 10 (1961)] III-2-3
knecht, algemeen knecht: knęxt (Boekend), knɛx (Boekend) [L 1, a-m; S 26; Wi 8; monogr.; add. uit S 6] I-6
knellen knijpen: kniêpe (Boekend) Knellen: stijf drukken zodat daardoor een striem ontstaat (knellen, knijpen, duwen, wringen, klemmen). [N 84 (1981)] III-1-2
kneuzen blutsen: blutse (Boekend) Een appel of peer oppervlakkig beschadigen zoda er een zachte plek ontstaat (blutsen, kneuzen, keuzen). [N 82 (1981)] III-2-3
knie knie: knéén (Boekend) knie [N 10b (1961)] III-1-1
knieband voor een stier of kalf kniehak: knihax (Boekend) IJzeren, soms houten beugel of ring aangebracht ter hoogte van de knie, meestal met een touw om de horens. Deze knieband wordt bevestigd om de koeien los te kunnen laten lopen en tevens ze in bedwang te kunnen houden. [N 3A, 14c; monogr.] I-11
knijpen knijpen: kniêpe (Boekend, ... ) Knellen: stijf drukken zodat daardoor een striem ontstaat (knellen, knijpen, duwen, wringen, klemmen). [N 84 (1981)] || Knijpen: vel of vlees met de vingers samenknijpen; drukken (nijpen, knijpen, pitsen). [N 84 (1981)] III-1-2
knikkebenen knikkende knie?n: knikkende kneën (Boekend) lopen: met doorknikkende knieën lopen [kwakken] [N 10 (1961)] III-1-2
knikker kuls: køͅls (Boekend) Een grote knikker. [N R (1968)] III-3-2