22310 |
proppenschieter |
klapbus:
n Klapbösj waor dèk van heulenteul (vlierhout) gemaak.
klapbösj (Q011p Boorsem),
knapbuts:
knabuts (Q011p Boorsem)
|
[Jongensspel]: Knalbus. || Klakkebus; cilindervormig kinderspeeltuig van vlierhout. [ZND 15 (1930)]
III-3-2
|
18110 |
puistjes |
brobbels:
[Paragraaf: lichaam]
bròbbel (Q011p Boorsem)
|
puist
III-1-2
|
18693 |
pullover |
tricot (fr.):
triko (Q011p Boorsem)
|
pullover truivest met mouwen zonder knopen [N 23 (1964)]
III-1-3
|
32879 |
punt van het blad van de zeis |
kop:
kǫp (Q011p Boorsem),
tip:
tøp (Q011p Boorsem)
|
De scherpe punt aan het blad van de zeis, aan het uiteinde tegenover de arend en de hak. Zie afbeelding 5, nummer 3. [N 18, 68c; JG 1a, 1b, 2c; monogr.]
I-3
|
18610 |
pyjama |
pyjama {piama}:
pišəma (Q011p Boorsem)
|
pyjama, tweedelig nachtkostuum [N 25 (1964)]
III-1-3
|
33452 |
raampje in een poort |
venstertje:
venstǝrkǝ (Q011p Boorsem)
|
Een raampje in een poort, soms ook een luikje, om door te kunnen kijken, ook wel ter beluchting, al dan niet beglaasd. De opgaven die duidelijk op een deur wijzen, zijn overgeplaatst naar het lemma "deurtje in een poortvleugel" (4.1.10). [N 5A, 54b]
I-6
|
33272 |
raapzaadolie |
reubzaadsmout:
rø̄bzǭtsmau.t (Q011p Boorsem)
|
De olie die uit raapzaad wordt geslagen. Zie de toelichting bij het lemma Koolzaadolie. Bomolie is de olie die uit de eerste slagen van de molen wordt verkregen; ze is van goede kwalitetit en wordt als slaolie gebruikt. Bij de typen lijzend, lijzendsmout en lijzentesmout is uitdrukkelijk opgemerkt dat het om raapolie gaat. Bij de opgave raapzaad is uitdrukkelijk opgemerkt dat het om olie gaat. [JG 1a, 1b; monogr.]
I-5
|
28447 |
raat |
raats:
rō.tš (Q011p Boorsem)
|
Een raat is een schijf gevormd door twee lagen met de rug tegen elkaar liggende zeszijdige cellen. Ze wordt door de bijen gemaakt voor het opkweken van de larven en voor het opbergen van honing in de winter. Het bouwsel is van was. [N 63, 13a; L 1a-m; S 3; A 25, 10; JG 1a+1b; JG 2b-5, 3; Ge 37, 53; monogr.]
II-6
|
18167 |
rafel |
rafel:
ruffel (Q011p Boorsem),
røfǝl (Q011p Boorsem)
|
Hoe noemt U een rafel? [N 62 (1973)] || Rafelige plek in een weefsel. [N 62, 45b; MW]
II-7, III-1-3
|
18168 |
rafelen |
rafelen:
ruffelle (Q011p Boorsem),
ruffelen:
røfǝlǝ (Q011p Boorsem),
uitrafelen:
oetgeruffeld (Q011p Boorsem)
|
Hoe zegt U: de stof zal rafelen? [N 62 (1973)] || Uitvezelen van stof. [N 59, 188; N 62, 45a; MW; S 29; monogr.]
II-7, III-1-3
|