e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Boorsem

Overzicht

Gevonden: 2513
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
glazuur wit: Misschien.  `t wit van de tan (Boorsem) Glazuur: de glinsterende laag waarmee de tanden bedekt zijn (glazuur, email, wit). [N 106 (2001)] III-1-1
glijbaan roetsjbaan: ròtsbaan (Boorsem) [Feest - kermis]: Glijbaan, tobogan. III-3-2
glijden kaaien: ka:jən (Boorsem), kaiën (Boorsem), roetsjen: [Paragraaf: regelmatige werkwoorden].  ròtsje (Boorsem), rutschen (du.): [Paragraaf: regelmatige werkwoorden].  ròtsje (Boorsem), schampen: [Paragraaf: regelmatige werkwoorden].  sjampe (Boorsem, ... ), schravelen: [Paragraaf: regelmatige werkwoorden].  sjroevele (Boorsem) glijden || glijden (af-) || hoe noemt men: op het ijs glijden (zonder schaatsen) [ZND 14 (1926)] III-1-2, III-3-2
gloria gloria (lat.): glóória (Boorsem) De lofzang "Gloria in excelsis..."[jloria?]. [N 96B (1989)] III-3-3
godslamp godslamp: gaodslāmp (Boorsem) De godslamp, de altijd brandende olielamp vóór het tabernakel van het hoofdaltaar of sacramentsaltaar [gods-, gôds-, gaods-, godeslamp]. [N 96A (1989)] III-3-3
goed groeiend varken zich goed masten: (het varken) mas zex gōt (Boorsem) [N 76, 17; JG 1a] I-12
goed liggen goed: gǭt (Boorsem) Het kalf ligt goed in de baarmoeder: de voorpoten zullen het eerst naar buiten komen. [N 3A, 51] I-11
goed passen goed passen: gōt pasǝ (Boorsem) Goed zitten of passen, gezegd van een kledingstuk. [N 62, 26a; MW] II-7
goede vleeskoe goed model: gōt mǝdęl (Boorsem) Breedgebouwde en goed in het vlees zittende koe. [N 3A, 141b] I-11
goedheid goedigheid: ook materiaal znd 24, 20  goeiigheid (Boorsem) goedheid [ZND 01 (1922)] III-1-4