e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Borgloon

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
melkkuil kotje: kȳtšǝ (Borgloon) Opening waardoor melkaders uit het lichaam van de koe komen. [N 3A, 118b] I-11
melkspiegel melkspiegel: męlǝkspīgǝl (Borgloon), spiegel: spigǝl (Borgloon) Plaats achter de uier waar de haren in de verkeerde richting liggen. [N 3A, 118d] I-11
melkzeef zeef: zę.ǝf (Borgloon) Voorwerp waarmee men melk zeeft. Het is een soort vergiet met als bodem een doek. De melk wordt uit de melkemmer via deze melkzeef in de melkbus gegoten. Hierdoor blijven grove verontreinigingen achter. Zie afbeelding 11. [A 18, 11a; L 48, 35.Ia; Lu 2, 35.Ia; Gwn 8, 6; JG 1d; monogr.] I-11
menen menen: meͅinə (Borgloon) Menen. [ZND m] III-3-1
menneke, binnenste deel van het hok mannetje: mɛnǝkǝ (Borgloon) Het groepje van boven aaneengebonden schoven die in het midden van een hok staan. Kruis heeft wel betrekking op de werkwijze de middelste vier schoven, waar de andere schoven omheen staan, in een kruisvorm te zetten. Deze vier schoven worden niet overal aan elkaar gebonden. Zie afbeelding 7. [N 15, 32a; JG 1d, 2d; Goossens 1963, krt. 37; monogr.] I-4
merel blaan: bly(3)̄.ən (Borgloon, ... ), bəloͅ.ən (Borgloon), Frings  blōn (Borgloon), blōən (Borgloon) Hoe heet de merel? [DC 06 (1938)] || merel [ZND 01 (1922)], [ZND 38 (1942)] || merel (25,5 overal bekend; man zwart met gele bek; pop zwak-gevlekt bruin; mooie zang; kooivogel; vergelijk met spreeuw [031] [N 09 (1961)] III-4-1
merg merg: mɛ.rəch (Borgloon), mɛ.rəg (Borgloon) het merg (in de beenderen) [ZND 31 (1939)] || merg [ZND m] III-1-1
merken ringen: rɛŋǝ (Borgloon) Het rund merken ten teken dat het bij de belastingdienst is aangegeven. [N 28, 2] II-1
merrie merre: męrǝ (Borgloon) Gebruikt als handels-, werk-, voermans- en als fokpaard. [JG 1a, 1b; A 4, 2a; L 11, 11; L 20, 2a; L A1, 92; S 27; Wi 4; monogr.] I-9
merrieveulen merreveulen: męrǝvø̄.lǝ (Borgloon) Het vrouwelijk jong van een paard. [JG 1a, 1b; N 8, 3b] I-9