| 17644 |
zijde |
zij:
zie (L428p Born)
|
Zijde, flank: de zijkant van de buik tussen onderste ribben en heup (zijde, lank, flank) [N 84 (1981)]
III-1-1
|
| 19221 |
zijn woede luchten |
afreageren:
aafregeren (L428p Born)
|
zijn woede proberen kwijt te raken door iets te doen of te zeggen [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 24725 |
zijtak |
zijtak:
WLD
zietak (L428p Born)
|
Een zijtak (uittak, bezijden tak. [N 82 (1981)]
III-4-3
|
| 21624 |
zilvergeld |
zilvergeld:
zilver-geldj (L428p Born)
|
zilveren geldstukken [N 21 (1963)]
III-3-1
|
| 33602 |
zilveruitje |
zilver-un:
mv -unne
zilverun (L428p Born)
|
[DC 13 (1945)]
I-7
|
| 18816 |
zin (lust) |
zin:
zin (L428p Born)
|
het verlangen om iets te doen [lust, aard, troef, nijd, zin, goesting] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 20166 |
zindelijk |
zindelijk:
zindelijk (L428p Born)
|
zindelijk; de aandrang der natuurlijke behoeften beheersend, zindelijk gezegd van kinderen [N 86 (1981)]
III-2-2
|
| 22771 |
zingen |
fluiten:
fluiten (L428p Born)
|
het geluid van zangvogels (slaan, slagen, zingen, fluiten) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
| 18198 |
zitvlak van een broek |
bodem:
boam (L428p Born),
kruis:
kruuts (L428p Born)
|
het kruis van de broek (zolder, kont, kruis, schreej enz.) [N 59 (1973)]
III-1-3
|
| 20283 |
zogen, voeden (overg.) |
de mem geven:
de mem geiven (L428p Born),
de mem géven (L428p Born)
|
borstvoeding geven: Een kind aan de borst voeden (minnen, de mem geven, houden). [N 84 (1981)] || gezoogd worden, aan de borst zijn, gezegd van zuigelingen [lodderen, mem lebben] [N 86 (1981)]
III-2-2
|