24398 |
waterspin |
spin:
spen (L360p Bree)
|
waterspin [N 26 (1964)]
III-4-2
|
18123 |
waterzucht |
te veel water hebben:
te vèèl water höbbe (L360p Bree),
water:
water höbbe (L360p Bree)
|
Waterzucht: ziekelijke ophoping van vocht in het onderhuidse weefsel en in de lichaamsholten (zuch(t), het water, waterzuch(t), vocht). [N 107 (2001)] || Waterzucht: ziekelijke ophoping van vocht in het onderhuidse weefsel en in de lichaamsholten (zucht, het water). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21675 |
wbd: afzeggen |
vernietigen:
ps. omgespeld volgens Frings.
køͅi̯jp vərnētegə (L360p Bree)
|
ongedaan, De koop ~ maken [de koop ontdoen?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21683 |
wbd: in trek |
goed gaan:
de eier goan good deze moandsj (L360p Bree),
ps. omgespeld volgens Frings.
gōət goͅən (L360p Bree)
|
Goed in de markt liggend, een goede prijs opbrengend [willig, b.v. de eieren zijn willig deze maand?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21662 |
wbd: katten |
laten zitten:
ps. omgespeld volgens Frings.
hēͅm loͅətə zeͅtə (L360p Bree)
|
katten: Wat zegt men wanneer de koper de verkoper met zijn waar laat zitten, niet afhaalt wat hij gekocht heeft [katten? hij heeft gekat?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21679 |
wbd: kwaadgeld = kwaadgeld |
kwaad geld:
ps. omgespeld volgens Frings.
kōt geldš (L360p Bree),
kōͅət geltš (L360p Bree)
|
kwaadgeld: Als men vindt dat iemand teveel vraagt, zegt men: "hoeveel ...... is daarbij"[kwaad-geld?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21663 |
wbd: verkopen voor |
laten:
ps. omgespeld volgens Frings.
vīər dēͅ prējs wel ex zə loͅətə (L360p Bree)
|
verlaten, Zegt men bij u: ik wil die geit voor zoveel geld wel ~ = voor die prijs wil ik ze wel verkopen [soelieje?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
20542 |
wecken |
inmaken:
inmake (L360p Bree),
wecken:
wèkke (L360p Bree)
|
wecken; Hoe noemt U: Steriliseren van levensmiddelen in luchtdicht afgesloten flessen (wecken, inmaken) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
22860 |
weddenschap |
wedding:
wedding (L360p Bree)
|
Wedding. [Willems (1885)]
III-3-2
|