e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Broeksittard

Overzicht

Gevonden: 1132
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hoeden van koeien hoeden: hø̄jǝ (Broeksittard) [N 3A, 12a; N M, 2; JG 1a, 1b; A 48, 18c; L 1a-m; L 27, 5; S 14; Wi 39; R; monogr.] I-11
hoef hoef: hōf (Broeksittard, ... ) [S 14; L 1a-m]Zie afbeelding 2.26. [JG 1a, 1b; L 1, a-m; L 27, 6; N 8, 32.8 en 32.17; S 14] I-11, I-9
hoek (tussen twee lijnen) hoek: hook (Broeksittard) hoek [SGV (1914)] III-4-4
hoepel reep: reip (Broeksittard, ... ) Hoe noemt men het kinderspeelgoed, bestaande uit een grote houten of ijzeren ring, die met een stokje, een haak of een oog wordt voortgedreven, zodat hij over de weg rolt? [DC 19 (1951)] || hoepel [SGV (1914)] III-3-2
hoepelen repen: reipe (Broeksittard) hoepelen [SGV (1914)] III-3-2
hoest hoest: hoost (Broeksittard) hoest [SGV (1914)] III-1-2
hommel hommel: hummel (Broeksittard) hommel [SGV (1914)] III-4-2
hond hond: \'Bourgogne\'  hondj (Broeksittard) hond [SGV (1914)] III-2-1
hondenhok hondskooi: hondskooi (Broeksittard) hondenhok [DC 10 (1941)] III-2-1
honing honing: honeŋ (Broeksittard) Produkt door de bijen uit bloemvocht of nectar bereid en afgezet in de cellen van de raten. Honing is een zoete stof die door mensen als voedingsmiddel wordt gebruikt. [N 63, 43b; N 63, 111; L 1a-m; L 35, 105; S 14; S 38, JG 1a+1b; JG 2b-5; Ge 37, 128; A 9, 8; monogr.] II-6