id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
34212 | hoeden van koeien | hoeden: hø̄jǝ (Broeksittard) | [N 3A, 12a; N M, 2; JG 1a, 1b; A 48, 18c; L 1a-m; L 27, 5; S 14; Wi 39; R; monogr.] I-11 |
33804 | hoef | hoef: hōf (Broeksittard, ... ) | [S 14; L 1a-m]Zie afbeelding 2.26. [JG 1a, 1b; L 1, a-m; L 27, 6; N 8, 32.8 en 32.17; S 14] I-11, I-9 |
25008 | hoek (tussen twee lijnen) | hoek: hook (Broeksittard) | hoek [SGV (1914)] III-4-4 |
22358 | hoepel | reep: reip (Broeksittard, ... ) | Hoe noemt men het kinderspeelgoed, bestaande uit een grote houten of ijzeren ring, die met een stokje, een haak of een oog wordt voortgedreven, zodat hij over de weg rolt? [DC 19 (1951)] || hoepel [SGV (1914)] III-3-2 |
22359 | hoepelen | repen: reipe (Broeksittard) | hoepelen [SGV (1914)] III-3-2 |
18017 | hoest | hoest: hoost (Broeksittard) | hoest [SGV (1914)] III-1-2 |
24324 | hommel | hommel: hummel (Broeksittard) | hommel [SGV (1914)] III-4-2 |
19784 | hond | hond: \'Bourgogne\' hondj (Broeksittard) | hond [SGV (1914)] III-2-1 |
19782 | hondenhok | hondskooi: hondskooi (Broeksittard) | hondenhok [DC 10 (1941)] III-2-1 |
21043 | honing | honing: honeŋ (Broeksittard) | Produkt door de bijen uit bloemvocht of nectar bereid en afgezet in de cellen van de raten. Honing is een zoete stof die door mensen als voedingsmiddel wordt gebruikt. [N 63, 43b; N 63, 111; L 1a-m; L 35, 105; S 14; S 38, JG 1a+1b; JG 2b-5; Ge 37, 128; A 9, 8; monogr.] II-6 |