e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q035p plaats=Brunssum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schelm batraaf: bàt⁄rááf (Brunssum), schelm: schelum (Brunssum) een persoon die allerlei streken uithaalt op een grappige manier en daarmee geen kwade bedoelingen heeft [kufer, rakker, rekel, schelm, dianter, loebas, brak] [N 85 (1981)] III-1-4
schemeren schemeren: schiëmeren (Brunssum) schemeren; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 22 (1963)] III-4-4
schemeren van de ogen schemeren: het sjeemert mich (Brunssum) schemeren voor de ogen, sterretjes zien [mijn oogen schiemere] [N 10 (1961)] III-1-1
schemering, valavond donkere, de: den domkele (Brunssum), schemering: schiëmerleeg - schiëmerlicht.  schiĕmering (Brunssum) schemering [SGV (1914)] || schemering, de overgang van licht naar donker [grouwe, griebelegrouwe] [N 22 (1963)] III-4-4
schenkel schenkel: sjinkèl (Brunssum), sjink⁄əl (Brunssum), šjinkel (Brunssum) schenkel [SGV (1914)] || schenkel; Hoe noemt U: Het onderste gedeelte van de achterpoot van een rund met het vlees eraan (schinkel, schenkel, bout, schenk, schonk) [N 80 (1980)] III-2-3
schenkkan bierkaraf: beer-karaf (Brunssum), karaf: karaf (Brunssum) karaf in het algemeen [N 20 (zj)] || karaf; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden (bierkrachtje, jeneverkrachje); betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
scheppen scheppen: šøpǝ (Brunssum  [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Stenen of kolen met de schop laden. [N 95, 503; N 95, 501; N 95, 202; monogr.; Vwo 682; Vwo 768] II-5
scherp kijken ogen: euge (Brunssum) kijken: scherp kijken [miere, blieke] [N 10 (1961)] III-1-1
scherp luisteren loensen: lōēsjə (Brunssum), scherp luisteren: scherp loesturu (Brunssum) [N 84 (1981)] III-1-1
scheuken schrompen: šrompǝ (Brunssum) Het zich wegens jeuk wrijven, gezegd van dieren. [S 31] I-11