| 27335 |
boren |
boren:
boarǝ (Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Algemene benaming voor het maken van boorgaten. Volgens Vanwonterghem (pag. 73) is het woordtype "boren" ook van toepassing op het maken van diepboringen. Het is daarom ook opgenomen in het lemma Diepboren. [N 95, 801; Vwo 167]
II-5
|
| 21302 |
borg |
borg:
börreg (Q035p Brunssum)
|
borg [SGV (1914)]
III-3-1
|
| 21879 |
borgen |
borg (zn.):
borg (Q035p Brunssum)
|
uitstel van betaling geven [borgen] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
| 20563 |
borrel |
drupje:
drup⁄kə (Q035p Brunssum),
kleint, een -:
ene klint (Q035p Brunssum)
|
borrel; Hoe noemt U: Een glaasje sterke drank, borrel (grigo, officiertje, tjipke, sprets, druppel, drup, kleintje, kloekmalder, propje, peut, wippertje, taaie, tikje, slokje, snapsje, spatje) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
| 24981 |
borrelen (van water) |
bobbelen:
bobbelt (Q035p Brunssum),
kwellen:
kwéllə (Q035p Brunssum),
pruttelen:
pruttulu (Q035p Brunssum)
|
bobbelen (t water bobbelt) [SGV (1914)] || bobbelend naar boven komen, gezegd van water [borrelen, wellen, walen, kwelmen] [N 81 (1980)] || door opstijgende damp- of gasbellen in beweging zijn, gezegd van vloeistoffen [bobbelen, borrelen, portelen, drijven] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
| 19563 |
borrelglaasje |
borrelglas:
borrelglaas (Q035p Brunssum)
|
jeneverglaasje met een voetje (borrel) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
| 19497 |
borstel |
borstel:
(De uu van vuur)..
buusjtel (Q035p Brunssum)
|
borstel [SGV (1914)]
III-2-1
|
| 25615 |
borstel waarmee het brood wordt gewassen |
netsborstel:
nętsbøstǝl (Q035p Brunssum),
netskwast:
nętskwas (Q035p Brunssum)
|
Vraag N 29, 51 luidde: "Waarmee wordt het brood, nadat het uit de oven is gehaald, gewassen?" Op grond van deze vraagstelling kwam er een aantal opgaven dat duidde op een werktuig. Deze opgaven zijn in dit lemma opgenomen. Vergelijk ook het lemma ''netborstel''. [N 29, 51]
II-1
|
| 17578 |
borstelig haar |
borstelig haar:
buusjtelig haor (Q035p Brunssum)
|
borstelig haar (stekkerhaar, pinhoor] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
| 17765 |
borstkas |
borst:
bros (Q035p Brunssum),
brŏst (Q035p Brunssum),
brós (Q035p Brunssum)
|
borst(kas) [SGV (1914)] || Borst(kas): het voorste deel van het menselijk lichaam tussen hals en middenrif (borst, borstkas, kluter). [N 84 (1981)]
III-1-1
|