17637 |
schouder |
schouder:
schouwer (L431p Dieteren),
sjouwer (L431p Dieteren)
|
Hij gaf me een klap op mijn schouder. [DC 17 (1949)] || schouder [SGV (1914)]
III-1-1
|
29984 |
schraag |
schraag:
šrāx (L431p Dieteren)
|
Houten draagstelling die wordt gebruikt om een lang werkstuk te ondersteunen. Zie ook afb. 116. [N 53, 225; S 32; monogr.]
II-12
|
18133 |
schram |
schram:
schroam (L431p Dieteren),
schröm (L431p Dieteren),
schrap:
schrap (L431p Dieteren),
schrēpe (L431p Dieteren)
|
schram [SGV (1914)] || schrammen (mv) [SGV (1914)]
III-1-2
|
18136 |
schrammen |
schrapen:
schrēpe (L431p Dieteren)
|
schrammen (ww) [SGV (1914)]
III-1-2
|
21368 |
schreeuwen |
schreeuwen:
schraive (L431p Dieteren)
|
schreeuwen [SGV (1914)]
III-3-1
|
22482 |
schrikkeljaar |
schrikkeljaar:
schrikkeljoar (L431p Dieteren)
|
schrikkeljaar [SGV (1914)]
III-3-2
|
19661 |
schrobben |
schrobben:
sjröbbe (L431p Dieteren)
|
schrobben [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
19411 |
schroeien |
snerken:
snerkə (L431p Dieteren)
|
schroeien [SGV (1914)]
III-2-1
|
18844 |
schuchter |
bang:
bang (L431p Dieteren)
|
bloode [SGV (1914)]
III-1-4
|
19565 |
schuier |
borstel:
bø͂ͅštəl (L431p Dieteren)
|
stofborstel om stof uit kleren, stoelbekleding, gordijnen, enz. te verwijderen [DC 15 (1947)]
III-2-1
|