25007 |
grootte |
grootte:
gruede (L431p Dieteren)
|
grootte [SGV (1914)]
III-4-4
|
20288 |
grootvader |
bestevader:
vroeger
bestevader (L431p Dieteren),
grootvader:
groatvader (L431p Dieteren, ...
L431p Dieteren,
L431p Dieteren),
groetvader (L431p Dieteren, ...
L431p Dieteren,
L431p Dieteren),
grouetvader (L431p Dieteren),
nu
groitvader (L431p Dieteren)
|
grootvader [DC 05 (1937)] || grootvader; ik ga bij grootvader en - logeren; < 6 jaar [DC 12a (1943)] || grootvader; ik ga bij grootvader en - logeren; ± 10 jaar [DC 12a (1943)] || grootvader; ik ga bij grootvader en grootmoeder logeren; volw. [DC 12a (1943)]
III-2-2
|
25004 |
grootx |
groot:
groit (L431p Dieteren),
groèt (L431p Dieteren)
|
groot [DC 03 (1934)]
III-4-4
|
25060 |
grote hoeveelheid, hoop |
hoop:
houp (L431p Dieteren),
hopen (mv.):
huip (L431p Dieteren)
|
hoop [SGV (1914)] || hoopen (mv.) [SGV (1914)]
III-4-4
|
22504 |
grote knikker |
bom:
bóm (L431p Dieteren),
dikke bom:
dekə bom (L431p Dieteren)
|
Een grote knikker. [N R (1968)] || Knikker.
III-3-2
|
19502 |
grote schoonmaak |
grote poets:
de groate pŏts is achter de rök (L431p Dieteren),
groate pŏts (L431p Dieteren),
weer zeen aan de groate pŏts (L431p Dieteren)
|
de schonmaak is achter de rug [DC 15 (1947)] || het schoonmaken van het gehele huis, dat in het voorjaar plaats heeft [DC 15 (1947)] || wij zijn aan het schoonmaken [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
32626 |
guano |
vogelmest:
vōgǝl[mest] (L431p Dieteren)
|
Guano is een poedervormige meststof, vervaardigd van uitwerpselen, veren en kadaverresten van zeevogels, waarvan zich in de loop van de tijd dikke lagen hebben gevormd op onbewoonde eilanden en klippen met name aan de westkust van Zuid-Amerika (Peru, Chili). Blijkens een aantal opgaven werd guano beschouwd als de oudste of eerst bekende kunstmest of was hij de voorloper daarvan, die vooral vóór de eerste W.O. gebruikt werd. Toen de echte kunstmest zijn intrede had gedaan, werd deze aanvankelijk nog vaak guano genoemd. Met guano, die voornamelijk werd aangewend om pootaardappelen te bemesten, ging men zuinig om: met een oude eetlepel of iets dergelijks werd in ieder pootgat een kleine hoeveelheid van deze meststof op of bij de aardappel gelegd. Volgens de meeste opgaven was guano een stikstofhoudende meststof, volgens enkele andere bevatte hij ook kali en fosforzuur, terwijl hij eenmaal met thomasslakken wordt vergeleken of als zwarte meststof wordt omschreven. Mogelijk werd deze originele vogelmest in het begin van de kunstmestperiode synthetisch nagemaakt en als guano of onder een daarop gelijkende handelsnaam in de handel gebracht. [N P, 8; N 11A, 62a]
I-1
|
19082 |
guit |
snaak:
snaak (L431p Dieteren)
|
guit [SGV (1914)]
III-1-4
|
21331 |
gulden |
gulden:
gölje (L431p Dieteren)
|
gulden [SGV (1914)]
III-3-1
|
19075 |
gunnen |
gunnen:
gunnen (L431p Dieteren)
|
gunnen [SGV (1914)]
III-1-4
|