e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Dieteren

Overzicht

Gevonden: 1751
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
huilen beuken: beuke (Dieteren), grijnen: grīēne (Dieteren) huilen: kinderen bij pijn/verdriet; volwassenen [DC 17 (1949)] III-1-4
huilen, schreien grijnen: griene (Dieteren) schreien [SGV (1914)] III-1-4
huis, woning huis: hoes (Dieteren) huis [SGV (1914)] III-2-1
huishouden huishouden: hoeshauwe (Dieteren) huishouden [SGV (1914)] III-2-1
huismus, mus mus: muschj (Dieteren), mösj (Dieteren) Hoe heet de huismusch? [DC 06 (1938)] || musch [SGV (1914)] III-4-1
huisvlieg, vlieg huisvlieg: hoevleeg (Dieteren), vlieg: vleeg (Dieteren, ... ) huisvlieg [SGV (1914)] || vlieg [SGV (1914)] || vlieg, huisvlieg [DC 18 (1950)] III-4-2
huiszwaluw zwalg: zwalg (Dieteren) huiszwaluw [DC 18 (1950)] III-4-1
huiveren schuiveren: sjøvere (Dieteren) huiveren [SGV (1914)] III-1-2
huurhuis huurhuis: huurhoes (Dieteren) huurhuis [SGV (1914)] III-2-1
huurpenning meepenning: meepenning (Dieteren) huurpenning [SGV (1914)] III-3-1