22056 |
grote duiventeek |
teek:
teejke (Q027p Doenrade),
theek (Q027p Doenrade)
|
Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: grote duiveteek of mijtteek: zuigen bloed s nachts bij broedende vogels. Larven als rode speldeknoppen onder de vleugels en in de hals. [N 93 (1983)]
III-3-2
|
25060 |
grote hoeveelheid, hoop |
hoop:
hoop (Q027p Doenrade),
houp (Q027p Doenrade),
hopen (mv.):
huip (Q027p Doenrade)
|
een grote hoeveelheid [bezie, hoop, pook, tas, klamp, kluts, krooi, berm, kluft, bres, meuk, del] [N 91 (1982)] || hoop [SGV (1914)] || hoopen (mv.) [SGV (1914)]
III-4-4
|
23543 |
grote hostie |
grote hostie (<lat.):
groete hostie (Q027p Doenrade)
|
De grote hostie, op de pateen gelegen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
22504 |
grote knikker |
marvelaar:
(= een dikke knikker).
ene mervelêr (Q027p Doenrade)
|
benamingen in het knikkerspel [SGV (1914)]
III-3-2
|
22141 |
grote mand met diverse onderverdelingen |
grote korf:
groëte körf (Q027p Doenrade),
kavaat:
Opm. v.d. invuller: als het een hele grote is.
un kaavaat van un manj (Q027p Doenrade),
weduwschapsmand:
weduwschaps mand (Q027p Doenrade)
|
Hoe heet verder in Uw dialect: een grote mand met diverse hokjes, om het inkorven gemakkelijk te maken? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22015 |
grote mand met twee verdiepingen |
dubbele korf:
döbbele kurf (Q027p Doenrade),
une dobbele körf (Q027p Doenrade)
|
Hoe heet verder in Uw dialect: een grote mand met twee verdiepingen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22143 |
grote mand waarin de duiven per trein of vrachtwagen vervoerd worden |
korf:
Opm. v.d. invuller: uit metaal. Men zegt hiervoor nooit reesmanj of -körf!
körf (Q027p Doenrade),
reismand:
Opm. v.d. invuller: uit riet vervaardigd.
reesmanje (Q027p Doenrade)
|
Hoe heet verder in Uw dialect: de grote manden waarin de duiven per trein of vrachtwagen vervoerd worden? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22178 |
grote ronde worm in dunne darm |
spoelworm:
sjpuèlwurm (Q027p Doenrade)
|
Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: grote ronde worm in dunne darm? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
19502 |
grote schoonmaak |
grote poets:
groeëte poets (Q027p Doenrade, ...
Q027p Doenrade),
schoonmaak:
sjoonmaak (Q027p Doenrade)
|
Hoe noemt u de najaarsschoonmaak? [N105 (2000)] || Hoe noemt u de voorjaarsschoonmaak? [N105 (2000)]
III-2-1
|
22675 |
grote trom |
dikke trom:
dekə trom (Q027p Doenrade)
|
Een grote trom [trombol]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|