18875 |
kreunen |
kermen:
kermə (Q027p Doenrade),
kuimen:
kume (Q027p Doenrade)
|
een zacht klagend geluid maken [kreunen, kermen, krengen, steunen, kriepen, kruchen] [N 85 (1981)] || kreunen [SGV (1914)]
III-1-4
|
17994 |
kreunen van de pijn |
kermen:
kermə (Q027p Doenrade)
|
Kreunen van pijn (koorgaan, kermeneren, kermen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
18146 |
kreupel |
lam:
laam (Q027p Doenrade)
|
Gebrekkig lopen door bijv. ongelijke lengte van de benen (honkelen, lammen, knakken). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
24893 |
kreupelhout |
slaghout:
WLD
sjlääghout (Q027p Doenrade)
|
Laag houtgewas met dooreengegroeide stammen en takken (onderhout). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
21343 |
krijgen |
krijgen:
kriege (Q027p Doenrade)
|
krijgen [SGV (1914)]
III-3-1
|
22351 |
krijgertje spelen |
nalopertje spelen:
naoleuperke (Q027p Doenrade)
|
Het spel waarbij één kind anderen tracht in te halen en dan te tikken, waarna de getikte weer de vangman is (ook op dit spel bestaan talloze varianten; misschien kunt u die ook vermelden: de naam en hoe het gespeeld werd) [letsen, hets geven, hetske jagen [N 88 (1982)]
III-3-2
|
24198 |
krijsen |
kweken:
kwoákə (Q027p Doenrade),
schreeuwen:
schreeuwen (Q027p Doenrade)
|
een hard schreeuwend geluid maken, gezegd van vogels (kèken, krijsen) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
21946 |
kringetjes maken rond de duivin (baltsverschijnsel) |
drijven:
drieve (Q027p Doenrade),
jagen:
Opm. v.d. invuller: zie ook vraag bij 95!
jaage (Q027p Doenrade)
|
Hoe benoemt men de volgende baltsverschijnselen van duiven: rond de duivin kringetjes maken? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
17861 |
krioelen |
wemelen:
wiemelə (Q027p Doenrade)
|
Krioelen: zich in alle richtingen dooreen bewegen (event. met veel lawaai) (krioelen, broeliën, krielen, kriewelen, kriemelen, wriemelen, wriemelen, grimmelen, wemelen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
18071 |
kroep |
kroep:
krop (Q027p Doenrade)
|
Kroep: ontsteking van het strottehoofd en de luchtpijp die door afzettingen op het slijmvlies gevaar van verstikking met zich meebrengt (kroep, krop, pip). [N 84 (1981)]
III-1-2
|