e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Doenrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
landauer landauer: landauer (Doenrade, ... ) een vierwielig rijtuig voor vier personen met afzonderlijke beweegbare voor- en achterkap [landauer] [N 90 (1982)] III-3-1
landrol wel: wɛl (Doenrade) De vroeger houten, later ijzeren rol om aard-kluiten van geploegd land te breken, de akker vlak te maken, het zaad in de aarde vast te drukken, enz. Zie afb. 81 en 82. [JG 1a + 1b; N 11, 86; N 11A, 183 + 185; N J, 10 add.; N P, 20 add.; A 40, 9; monogr.] I-2
landstreek contrei: kontrei (Doenrade), gegend (du.): gêgend? (Doenrade), streek: sjtreek (Doenrade, ... ), sjtrièk (Doenrade), sjtréék (Doenrade) landstreek, gebied dat door bijv. tradities, landschap, taal enz een zekere eenheid vormt [contrei, streek, strom] [N 81 (1980)] || streek (in deze ~) [SGV (1914)] III-4-4
lang duivenluisje luis: Opm. v.d. invuller: "löes", meer dän die lange netals in het Nederlands bedoelt, maar de schrijfwijze is gelijk!  löes (Doenrade) Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: lang duiveluisje [N 93 (1983)] III-3-2
lang van bouw lang gebouwd: lank geboewd (Doenrade) Hoe zegt men in Uw dialect van een duif: lang van bouw of geraamte? [N 93 (1983)] III-3-2
lang varken lang varken: laŋk vɛrkǝ (Doenrade) Varken met een lange rug. [N 76, 20] I-12
lange achterzijde van de mand achterkant: achterkanjt (Doenrade), achterwand: achterwantj (Doenrade), rug: de rûk (Doenrade) Hoe heet verder in Uw dialect: lange achterzijde van de mand? [N 93 (1983)] III-3-2
lange broek lange broek: lang brook (Doenrade) een lange broek [N 59 (1973)] III-1-3
lange dunne tak gard: geērt (Doenrade), WLD  geert (Doenrade) Een lange dunne tak (geert) [N 82 (1981)] III-4-3
lange tijd toer: toer (Doenrade) een lange tijdsruimte [toer] [N 91 (1982)] III-4-4