e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Doenrade

Overzicht

Gevonden: 3950
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
boot(je) boot(je): beuwtjə (Doenrade) een klein open vaartuig met riemen of zeil voortbewogen [boot, schuit] [N 90 (1982)] III-3-1
borg borg: börg (Doenrade) borg [SGV (1914)] III-3-1
borgen borgen: börgə (Doenrade) uitstel van betaling geven [borgen] [N 89 (1982)] III-3-1
borrel drupje: dröpke (Doenrade), dröpkə (Doenrade), drüpke (Doenrade) borrel; Hoe noemt U: Een glaasje sterke drank, borrel (grigo, officiertje, tjipke, sprets, druppel, drup, kleintje, kloekmalder, propje, peut, wippertje, taaie, tikje, slokje, snapsje, spatje) [N 80 (1980)] III-2-3
borrelen (van water) bobbelen: boebele (Doenrade), borbelen: borbele (Doenrade), borrelen: borrelə (Doenrade), bòrrələ (Doenrade), kwellen: kwellen (Doenrade), wellen: wélle (Doenrade) bobbelen (t water bobbelt) [SGV (1914)] || bobbelend naar boven komen, gezegd van water [borrelen, wellen, walen, kwelmen] [N 81 (1980)] || door opstijgende damp- of gasbellen in beweging zijn, gezegd van vloeistoffen [bobbelen, borrelen, portelen, drijven] [N 91 (1982)] III-4-4
borst inwerken instrijken: enštrīkǝ (Doenrade) Elk van de voorpanden van het colbert van kunstmatige borstwelving voorzien. Dit gebeurt door het aanbrengen van voeringdelen, de binnenvulling, het maken van figuurnaden, suçons, in panden en vulling en het in vorm strijken, dresseren, van de panden (Papenhuyzen III, pag 22-29). [N 59, 111; N 59, 113] II-7
borstel borstel: beusjtêl (Doenrade) borstel [SGV (1914)] III-2-1
borsten memmen: memme (Doenrade) borsten van de vrouw [mamme, memme, tette, tiete] [N 10c (1995)] III-1-1
borstkas borst: borscht (Doenrade), borstkas: borskas (Doenrade) borst(kas) [SGV (1914)] || Borst(kas): het voorste deel van het menselijk lichaam tussen hals en middenrif (borst, borstkas, kluter). [N 84 (1981)] III-1-1
borstvliesontsteking fleuris: fleuris (Doenrade) Pleuris: ontsteking van het borstvlies dat om de longen zit en de binnenkant van de borstkas bekleedt; pleuritis (pleuris, fleuris, floris). [N 84 (1981)] III-1-2