21178 |
boot(je) |
boot(je):
beuwtjə (Q027p Doenrade)
|
een klein open vaartuig met riemen of zeil voortbewogen [boot, schuit] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21302 |
borg |
borg:
börg (Q027p Doenrade)
|
borg [SGV (1914)]
III-3-1
|
21879 |
borgen |
borgen:
börgə (Q027p Doenrade)
|
uitstel van betaling geven [borgen] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
20563 |
borrel |
drupje:
dröpke (Q027p Doenrade),
dröpkə (Q027p Doenrade),
drüpke (Q027p Doenrade)
|
borrel; Hoe noemt U: Een glaasje sterke drank, borrel (grigo, officiertje, tjipke, sprets, druppel, drup, kleintje, kloekmalder, propje, peut, wippertje, taaie, tikje, slokje, snapsje, spatje) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
24981 |
borrelen (van water) |
bobbelen:
boebele (Q027p Doenrade),
borbelen:
borbele (Q027p Doenrade),
borrelen:
borrelə (Q027p Doenrade),
bòrrələ (Q027p Doenrade),
kwellen:
kwellen (Q027p Doenrade),
wellen:
wélle (Q027p Doenrade)
|
bobbelen (t water bobbelt) [SGV (1914)] || bobbelend naar boven komen, gezegd van water [borrelen, wellen, walen, kwelmen] [N 81 (1980)] || door opstijgende damp- of gasbellen in beweging zijn, gezegd van vloeistoffen [bobbelen, borrelen, portelen, drijven] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
29043 |
borst inwerken |
instrijken:
enštrīkǝ (Q027p Doenrade)
|
Elk van de voorpanden van het colbert van kunstmatige borstwelving voorzien. Dit gebeurt door het aanbrengen van voeringdelen, de binnenvulling, het maken van figuurnaden, suçons, in panden en vulling en het in vorm strijken, dresseren, van de panden (Papenhuyzen III, pag 22-29). [N 59, 111; N 59, 113]
II-7
|
19497 |
borstel |
borstel:
beusjtêl (Q027p Doenrade)
|
borstel [SGV (1914)]
III-2-1
|
17631 |
borsten |
memmen:
memme (Q027p Doenrade)
|
borsten van de vrouw [mamme, memme, tette, tiete] [N 10c (1995)]
III-1-1
|
17765 |
borstkas |
borst:
borscht (Q027p Doenrade),
borstkas:
borskas (Q027p Doenrade)
|
borst(kas) [SGV (1914)] || Borst(kas): het voorste deel van het menselijk lichaam tussen hals en middenrif (borst, borstkas, kluter). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
18082 |
borstvliesontsteking |
fleuris:
fleuris (Q027p Doenrade)
|
Pleuris: ontsteking van het borstvlies dat om de longen zit en de binnenkant van de borstkas bekleedt; pleuritis (pleuris, fleuris, floris). [N 84 (1981)]
III-1-2
|