28955 |
onderarmsuçon |
zijsuçon:
zęjsøson (Q198p Eijsden)
|
Puntnaad die begint onder de oksel. [N 59, 94b]
II-7
|
33450 |
onderdeur |
onderdeur:
oŋdǝrdø̄r, oŋdǝrdø̜̄r (Q198p Eijsden)
|
Het onderste deel van een gehalveerde poortvleugel is meer voor dagelijks gebruik, bedoeld om toegang te verlenen aan voetgangers en kleine voertuigen (karretjes) en om, in gesloten stand, aan vee de doorgang te beletten. In plaats van een onderdeur kan ook een kleine hekdeur van latten gebruikt worden. Zie ook afbeelding 18.e bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 4A, 37c en 42d; monogr.]
I-6
|
24637 |
ondereinde van de stam |
vot:
ideosyncr.
vot (Q198p Eijsden)
|
Het dikke uiteinde van de stam, onderaan (voet, kont, gat, kop). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
18401 |
ondergoed |
lijnwaad:
lievend (Q198p Eijsden),
onderkleren:
ongderkléjer (Q198p Eijsden)
|
ondergoed, onderkleren [t onderdinge] [N 25 (1964)] || Onderkleding. Wat is in uw dialect het gewone woord voor onderkleding? [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
21579 |
onderhandelen |
onderhandelen:
Algemene opmerking: invuller twijfelt over het spellingssysteem (Veldeke). Aangezien de lijst normaal (dus in gewoon Nederlands) is ingevuld, heb ik de lijst letterlijk overgenomen, dus niet(s) omgespeld!
ongder handele (Q198p Eijsden)
|
Inventarisatie uitdrukkingen voor: in onderhandeling zijn over een bepaalde koop [in beding zijn met iemand?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21351 |
onderhands |
onderhands:
oonderhaands (Q198p Eijsden),
uit de hand:
oet de haand (Q198p Eijsden)
|
onderhandsch [SGV (1914)]
III-3-1
|
18257 |
onderhemd |
hemd:
hemd (Q198p Eijsden),
himd (Q198p Eijsden),
⁄n schoen hēmd (Q198p Eijsden)
|
hemd [SGV (1914)] || onderhemd, onderkledingstuk dat op het blote lijf gedragen wordt [im, emmek, hem, himp, kemsel, liejms, sjmies, vlok] [N 25 (1964)] || schoon [o] [een ~ hemd] [SGV (1914)]
III-1-3
|
18313 |
onderjurk |
onderkleed:
ongderkleed (Q198p Eijsden)
|
onderjurk, onderkleed met lijfje en schouderbanden [N 24 (1964)]
III-1-3
|
29059 |
onderkraag |
onderkraag:
uŋdǝrkrǭǝx (Q198p Eijsden)
|
Het onderste gedeelte van de kraag dat niet in het zicht komt. Het materiaal voor de onderkraag is doorgaans dunne maar dichtgeweven stof. Traditioneel wordt hiervoor kleermakersvilt gebruikt (Het Beste Naaiboek, pag. 389). [N 59, 121b]
II-7
|
19395 |
onderkussen, peluw |
peluw:
pøͅlə (Q198p Eijsden)
|
peluw [SGV (1914)]
III-2-1
|