e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eijsden

Overzicht

Gevonden: 2926
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hoge rijgschoen bottine: bottinnes (Eijsden), hoge schoen: hoegsjoon (Eijsden) rijgschoenen, hoge ~ voor dames [petiens, bottines] [N 24 (1964)] III-1-3
holle steen holle baksteen: hǫlǝ bakštęjn (Eijsden) Metselsteen die niet massief is. Holle stenen kunnen diverse vormen en afmetingen vertonen en worden onder meer gebruikt voor gewelven, zolderingen en lichte tussenmuren. Ze worden ook toegepast bij het opmetselen van rookkanalen en luchtkokers. Zie ook afb. 27. Het betreft daar een holle spie- of boogsteen. De woordtypen zwemsteen (L 289) en zwembrik (Q 12) verwijzen naar het feit dat holle stenen licht van gewicht kunnen zijn door het gebruik van poreuze grondstoffen als natuurbims, kunstbims of gegranuleerde hoogovenslakken; als bindmiddel wordt dan hydraulische kalk, cement of een mengsel van beide toegepast. [N 30, 54c] II-8
hommel hommel: hommel (Eijsden) hommel [SGV (1914)] III-4-2
hond hond: hōnd (Eijsden) hond [SGV (1914)] III-2-1
hondsdolheid razetig zijn: rǭzǝtex zīn (Eijsden) Een bij honden, wolven, vossen en andere dieren voorkomende infectieziekte die door een beet kan worden overgebracht, ook op koeien. Zie ook het lemma ''hondsdolheid'' in wbd I.3, blz. 486. [N 52, 12b; A 48A, 25] I-11
honing honing: hojneŋ (Eijsden) Produkt door de bijen uit bloemvocht of nectar bereid en afgezet in de cellen van de raten. Honing is een zoete stof die door mensen als voedingsmiddel wordt gebruikt. [N 63, 43b; N 63, 111; L 1a-m; L 35, 105; S 14; S 38, JG 1a+1b; JG 2b-5; Ge 37, 128; A 9, 8; monogr.] II-6
hoofd hoofd: huijer (Eijsden), huit (Eijsden, ... ), kop: kop (Eijsden) hoofd [DC 01 (1931)], [SGV (1914)] || hoofden [SGV (1914)] III-1-1
hoofddoek hoofdplaggetje: hui=hoofd  hui-plekske (Eijsden), plag: plak (Eijsden) hoofddoek [SGV (1914)] || hoofddoek dichtgeknoopt onder de kin [plak, pleksek, kopdeuksek, zielewermer] [N 23 (1964)] III-1-3
hoofdkaas hoofdvlees: huidfleis (Eijsden) zult (hoofdkaas) [SGV (1914)] III-2-3
hoofdkap van vrouwelijke religieuzen kap: kap (Eijsden) hoofdkap van vrouwelijke religieuzen [N 25 (1964)] III-3-3