19492 |
vaatdoek |
schoteldoek:
sxuətəldōk (L288c Eind),
schotelplag:
sxuətəlplak (L288c Eind),
schotelslet:
sxuətəlslɛt (L288c Eind),
slet:
slɛt (L288c Eind)
|
vaatdoek
III-2-1
|
28963 |
vademen |
invamen:
envīǝmǝ (L288c Eind),
vamen:
vīǝmǝ (L288c Eind)
|
Een draad door het oog van een naald halen. In dit lemma zijn de objecten draad, garen, draad garen, vaam, vaam garen niet gedocumenteerd. [N 59, 68; N 62, 10; L 8, 29; L B1, 76; MW; monogr.]
II-7
|
20330 |
vader |
oude:
aoje (L288c Eind),
pap:
pap (L288c Eind),
vader:
vaâder (L288c Eind)
|
vader || vader (ongunstig) || vader, papa
III-2-2
|
19051 |
vals |
vals:
vâls (L288c Eind)
|
gemeen
III-1-4
|
34497 |
van de leg afraken |
van de leg afgaan:
vanǝ lęq āfgǭn (L288c Eind)
|
[N 19, 50b; N 19, Q 111 add.; monogr.]
I-12
|
34489 |
van veren wisselen |
in de ruizel zijn:
enǝ rȳzǝl zēn (L288c Eind),
ruizelen:
rȳzǝlǝ (L288c Eind)
|
[N 19, 51; L 6, 20; L 42, 5; L 48, 10; A 26, 8; Lu 2, 10; Lu 4, 8; S 30; JG 1a, 1b, 2a-2, 12, 2c; monogr.]
I-12
|
26257 |
vangbalk |
vangbalk:
vaŋbalǝk (L288c Eind)
|
De zware balk die de vang aantrekt. De vangbalk is met één uiteinde aan de vangezel bevestigd, terwijl het andere einde los hangt en op en neer kan bewegen. In de buurt van het vaste einde is de balk door middel van het lange sabelijzer met het sabelstuk van de vang verbonden. Zie ook afb. 51.4 en 53. [N O, 12l; A 42A, 80; monogr.]
II-3
|
24518 |
varen (alg.) |
kant:
kânt (L288c Eind),
vaan:
mv.
vaane (L288c Eind)
|
varens
III-4-3
|
34297 |
varken |
varken:
vęrǝkǝ (L288c Eind),
vɛrkǝ (L288c Eind)
|
Bedoeld wordt een varken in het algemeen, niet geslachtelijk of naar leeftijd onderscheiden. [N 19, 1; N M, 7; N C; N C, add.; RND 46 en 84; L 8, 19; L 8, 32; L mon.; S 39; JG 1a, 1b, 2c add.; R (s]
I-12
|
34298 |
varken (bijzondere namen) |
kuus:
kus (L288c Eind),
kys (L288c Eind)
|
In de Nijmeegse vragenlijst 19 vraag 2 werd gevraagd: "Kent uw dialect bijzondere namen voor varken?" In het lemma ''varken'' (1.1.1) zijn de algemene benamingen voor het varken ondergebracht; in dit lemma de bijzondere. Er is overlapping in de naamgeving. [N 19, 2; monogr.; Vld]
I-12
|