e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eind

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vorst, het vriezen gevreur: Vorst in de grond.  gevreur (Eind), vorst: vorst (Eind) vorst, het vriezen [gevreur] [N 22 (1963)] III-4-4
vos vos: vos (Eind) vos III-4-2
vregelstok vregelhout: vregelhout (Eind) De stok waarmee de vregelpaal wordt aangedraaid of waarmee het bindtouw als een knevel kan worden aangespannen; zie de toelichting en de afbeelding bij het lemma ''vregelpaal''. Voor enkele opgaven is niet vast te stellen of de lange vregelpaal of de korte vregelstok is bedoeld; ze staan achterin het lemma bijeen. [N 17, 14c; JG 1d, 2c; add. uit N 17, 140; monogr.] I-3
vriend, kameraad kameraad: kammeraot (Eind) kameraad III-2-2
vriendelijk gesprekelijk: gesprieëkelik (Eind), vriendelijk: vrîntelek (Eind), vrûntelek (Eind) vriendelijk III-1-4
vriesweer vriesweer: vreeswaer (Eind) vriesweer III-4-4
vriezenx bakken: bakke (Eind), vriezen: vreeze (Eind), - Weerts (ook wel stadweerts genoemd): vruusj, vroeër, gevroeëre. - het Nederweerts en het Ospels: vrusj, vroôr, gevroôre. ps. JK nakijken!  vreeze (Eind) vriezen || vriezen [bieberen, bikken] [N 22 (1963)] III-4-4
vrijgezel in het ossenboek staan: dan zegt men: hae stieët int ossebook  hae stieët int ossebook (Eind) als een man 30 wordt en nog steeds geen verkering heeft III-2-2
vrolijk vrolijk: vroeëlik (Eind) vrolijk III-1-4
vrouw, vrouwspersoon vrouw: vraw (Eind), vrouw (Eind), vrouwmens: vrowmes (Eind), wijf: wiêf (Eind) vrouw || vrouw of meisje || wijf III-2-2