e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eksel

Overzicht

Gevonden: 4790

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
afrikaantje stinkertje: Spelling: \"fonetiek-dialect\"= Frings: (stinkerkes)  stiŋkərkəs (Eksel) Afrikaantje (tagetes patula). De bladeren zijn samengesteld en tevens ovaal. De bloemkorfjes staan op zeer verdikte stelen. Het zijn lage plantjes, welke vaak gebruikt worden voor randen en mozaïek-perken. De bloemen zijn donkergeel, meest met bruin gekle [N 92 (1982)] III-2-1
afrit ramp-af: ramp-aaf (Eksel) een hellende weg waarlangs men een brug, een dijk enz. kan verlaten (afrit, afging, afrij) [N 90 (1982)] III-3-1
afromen afdraaien: ā.vdrē̜n (Eksel), afscheppen: ā.fsxø̜pǝ (Eksel) De room van de melk scheppen. Men kon de room van de melk scheiden door met een houten latje de room tegen te houden, terwijl de ontroomde melk door de tuit van de in schuine stand gehouden roomschotel wegvloeide. Een andere methode was de melk overgieten of aflaten in een andere kruik of emmer, terwijl men de aan de oppervlakte gevormde room tegenhield door blazen. Een modernere manier van scheiden van room en melk gebeurde met de melkmachine of centrifuge. [A 23, 3; Lu 1, 3; JG 1a, 1b, 1d; Vld.; monogr.] I-11
afslaan, van noten afslaan: afsloən (Eksel) Noten afslaan (boeken, beuken slaan, rammelen, sloesteren). [N 82 (1981)] I-7
aftroggelen afluizen: aaflauzen (Eksel) listig of met bedrog iets van iemand weten te krijgen [troggelen, aftroggelen, uitschillen, affoefelen, aftruifelen, aftisselen, afstrepen, affutselen, afzetten] [N 89 (1982)] III-3-1
afwasborstel afwasborsteltje: boven de á hoort nog een horizontaal streepje.  áfwasbørsəlkə (Eksel) Borstel waarmee potten en pannen gereinigd worden (borstel, schrobbertje) [N 79 (1979)] III-2-1
afwasteil, afwasbak afwaskom: aafwaskom (Eksel), emmer: geen bijzondere naam  ummer (Eksel), soppot: sop-pot (Eksel), soup-pot (Eksel), tijn: tèng (Eksel) afwasbak [N 07 (1961)] || bak waarin men afwast [N 20 (zj)] || de kom, bak of emmer, waarin de teljoren, schotels, enz. worden afgewassen [ZND 02 (1923)] III-2-1
afwaswater afwaswater: aafwaswater (Eksel), âfwaswátter (Eksel), schotelwater: schottelwaetter (Eksel), schottelwatter (Eksel), schottelwoitter (Eksel), schóttelwátter (Eksel) Hoe noemt u in uw dialect het water waarin men de vaat doet/gedaan heeft? [N105 (2000)] III-2-1
afzetten stropen: strippen (Eksel) meer laten betalen dan een artikel waard is; te duur doen betalen [strepen, aankomen, strafelen, straffen, stropen, stroefen, scholpen, nijpen, afdrogen, overschatten] [N 89 (1982)] III-3-1
agnus dei agnus dei: anjus dei (Eksel) Het (vaste) misgezang dat na het Onze Vader wordt gezongen, het Agnus Dei. [N 96B (1989)] III-3-3