e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eksel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hond hond: hoend (Eksel, ... ), hoͅ.nt (Eksel) hond [Goossens 1b (1960)], [ZND 08 (1925)], [ZND m] III-2-1
honger hebben mijn beer grolt: menne beer grolt (Eksel, ... ) honger hebben [schrok hebbe] [N 10 (1961)] || hongerig [greeg] [N 10 (1961)] III-2-3
honing honing: hõneŋ (Eksel) Produkt door de bijen uit bloemvocht of nectar bereid en afgezet in de cellen van de raten. Honing is een zoete stof die door mensen als voedingsmiddel wordt gebruikt. [N 63, 43b; N 63, 111; L 1a-m; L 35, 105; S 14; S 38, JG 1a+1b; JG 2b-5; Ge 37, 128; A 9, 8; monogr.] II-6
honingpers honingpers: hon̄eŋpǫrs (Eksel) Apparaat waarmee de gevulde honingraten geperst worden om zo de honing te oogsten. De honingpers was al in gebruik bij de korfteelt. Men kent verschillende vormen vervaardigd van onder meer eike- of beukehout. Een honingpers is voorzien van een kuip waarin de geperste honing opgevangen wordt. Verder is er een hendel en een schroef waarmee men het persblok vastdraait op de zak met ruwe honing. [N 63, 122a; JG 1a+1b; JG 2b-5; N 63, 122c; monogr.] II-6
hoofd kop: kop (Eksel), koͅp (Eksel), B.v. hij is van kop (= eigenzinnig).  kop (Eksel) [N 10 (1961)]een kop [ZND A1 (1940sq)] || hoofd [N 10b (1961)] III-1-1
hoofd (spotnamen) dikkop: dikkop (Eksel), knikker: knikker (Eksel, ... ), knotsenbol: knotsebōl (Eksel) [N 10 (1961)] III-1-1
hoofdaltaar hoofdaltaar: hoeefdaltoor (Eksel) Het voornaamste altaar, midden in het priesterkoor [hoogaltaar, hoofdaltaar, hoopaltooër?]. [N 96A (1989)] III-3-3
hoofddoek doek: duk (Eksel), neusdoek: nøzǝk (Eksel), sjaaltje: sjélleke (Eksel, ... ) Hoofdbedekking ter bescherming tegen de felle zon in de oogsttijd. De laatste opgaven van het lemma, met het type hoed, zijn allicht geen hoofddoeken, maar hoofdbedekkingen. [JG 1a, 1b, 1c, 1d, 2c] || hoofddoek dichtgeknoopt onder de kin [plak, pleksek, kopdeuksek, zielewermer] [N 23 (1964)] I-4, III-1-3
hoofdkaas kipkap: kepkap (Eksel), kepkáp (Eksel) gehakt vlees (speciaal van het hoofd van varkens) [ZND B2 (1940sq)] || hoofdkaas [Goossens 1b (1960)] III-2-3
hoofdkap van vrouwelijke religieuzen kap: kap (Eksel) hoofdkap van vrouwelijke religieuzen [N 25 (1964)] III-3-3