e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eksel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mestvaalt mesthoop: mesthuəp (Eksel) [Goossens 1b (1960)] I-7
mestvarken mestvarken: męstfē̜.rǝkǝ (Eksel) Een varken dat gehouden worden om vet te mesten. [JG 1a, 1b, 2c; L 37, 49e; N C, add.; N 19, Q 111 add.; N 19, Q 204a add.; monogr.] I-12
met de collecteschaal rondgaan met de klater rondgaan: mit de kloaeter rondgooen (Eksel, ... ), omhaling doen: umhoaeling doen (Eksel), rondgaan: rondgoan (Eksel) Collecteren met de open schaal, met de schaal rondgaan. [N 96B (1989)] || Een schaalcollecte, een collecte voor een bijzonder doeleind, waarbij met neen open schaal werd rondgegaan [schaolkollekt?]. [N 96B (1989)] III-3-3
met de vlakke hand op iemands rug slaan doffen: doefen (Eksel), houwen: ho.ən (Eksel), schokken: tjoekken (Eksel) met de vlakke hand op iemands rug slaan [batsen, doezen] [N 112 (2006)] || Met de vlakke hand op iemands rug slaan [batsen, doezen]. [N 88 (1982)] III-3-2
met de zweep slaan of geluid geven klatsen: klatsǝn (Eksel) Het slaan met de zweep brengt een knallend geluid voort. Terwijl in de enquête van J. Goossens het werkwoord zwepen in de jaren vijftig enkel voor Achel (L 282) en Hamont (L 286) werd opgetekend, vermeldt de enquête van P. Willems (1885)het nog voor een groot aantal gemeenten uit de beide Limburgen. Zie in dit verband ook ros voor "paard" (WLD I, afl. 9, p. 5). [JG 1a, 1b, 2c; L 8, 141a; Wi 42; monogr.] I-10
met een drijftol spelen doppen: /  doppen (Eksel), kokkernel kappen: koekkernel kappen (Eksel), kokkernellen: koekernellen (Eksel), (ww.)  koekkernellen (Eksel), Koekkernellen"was eerder moeilijk. Om te beginnen moest je de onderzijde van de paddenstoeltol tussen duim, wijsvinger en middenvinger nemen en dan na een snelle vinger-draaibeweging de draaiende paddenstoeltol op de grond werpen en onmiddellijk deze draaibeweging aanwakkeren en draaiende houden door een dopkoord of een smak (zweep).  koekkernellen (Eksel) / [SND (2006)] || Hoe noemt men het spelen met dit speelgoed? [Lk 03 (1953)] || Spel om de tol al kappend in de paddestoeltol te doen belanden, of te verplaatsen in een vooraf bepaalde richting, wat niet altijd lukte. || tollen [SND (2006)] || Tollen met een paddestoeltol. III-3-2
met een priktol spelen doppen: doppen (Eksel, ... ), jongens: doppen (Eksel) Hoe noemt men het spelen met dit speelgoed? [Lk 03 (1953)] || Lievelingsspel 2. [SND (2006)] || Tollen. III-3-2
met grote stappen lopen schrijden: schrēēn (Eksel) stappen, grote ~ maken [stuppen] [N 10 (1961)] III-1-2
met kleine hapjes eten avanceren: aveceren (Eksel) Hoe noemt U: Druk eten met kleine hapjes (busselen) [N 80 (1980)] III-2-3
met opgeheven staart rondlopen biezen: bezǝ (Eksel) [N 3A, 9a; JG 1a, 1b; monogr.] I-11