23858 |
processiestrooisel |
snippers (mv.):
snippers (L353p Eksel),
strooisel:
streusel (L353p Eksel),
strooisel (L353p Eksel)
|
Strooisel bestaande uit bloemen, stukgesneden stengels en bladeren en stroopsel van varens waarmee de straten versierd worden [sjtreupsel]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23861 |
processievaantjes |
banieren (<oudfr.):
banieren (L353p Eksel),
processievaantjes:
persessievankes (L353p Eksel)
|
De vaandeltjes die in de processiestoet worden meegedragen [persessieveendelkes]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
17742 |
proeven |
proeven:
prijvən (L353p Eksel),
pruuve (L353p Eksel),
pruuven (L353p Eksel),
pruven (L353p Eksel)
|
proeven [ZND A2 (1940sq)] || proeven [pruuve, pruujve] [N 10 (1961)] || proeven; Hoe noemt U: Een kleine hoeveelheid voedsel of drank in de mond nemen om te onderzoeken hoe het smaakt (keuren, proeven) [N 80 (1980)]
III-1-1, III-2-3
|
23930 |
profeet |
profeet:
profeet (L353p Eksel)
|
Een profeet [profieët]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
19272 |
profiteren |
profiteren:
profiteren (L353p Eksel)
|
een goed, nuttig gebruik maken, voordeel trekken van een gelegenheid [blaaien, profiteren, luizen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18221 |
pronken |
opzetten:
zich opzètten (L353p Eksel),
pronken:
pronken (L353p Eksel),
stoefen:
stoefen (L353p Eksel, ...
L353p Eksel)
|
in het oog lopend opgeschikt, in het openbaar zich voordoen, pralen [pronken, prijken, spiegelen, pralen] [N 86 (1981)] || Pronken, prijken. In het oog lopend opgeschikt, in het openbaar zich voordoen, pralen [stoefen, spiegelen, stansen] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
18190 |
pronkveer op een hoed |
pluim:
plom (L353p Eksel),
ploum, pluimken (L353p Eksel),
[sic]
plom (L353p Eksel)
|
pluim van een muts [floes] [N 25 (1964)] || Pluim, pluimpje. [ZND 05 (1924)] || pronkveer op een hoed [N 25 (1964)]
III-1-3
|
21698 |
prop |
prop:
prop (L353p Eksel)
|
een bal van samendrukbaar materiaal, bijv. papier [dompel, bol, prop] [N 91 (1982)]
III-3-1
|
22310 |
proppenschieter |
klots:
klots (L353p Eksel),
n klots (L353p Eksel),
ən klòts (L353p Eksel),
/
klots (L353p Eksel, ...
L353p Eksel,
L353p Eksel),
Met de klots schieten: met de klakkebus schieten.
klots (L353p Eksel),
klotsenpijp:
Met de klots schieten: met de klakkebus schieten.
klotsepiêp (L353p Eksel),
proppenschieter:
proppeschieter (L353p Eksel),
schieter:
schieter (L353p Eksel)
|
/ [SND (2006)] || Een klakkebus (buis uit vlierhout, waarmee proppen worden weggeschoten). [ZND B1 (1940sq)] || Een klakkebus (cilindervormig kinderspeeltuig van uitgehold vlierout, waarmede een prop wordt weggeschoten). [ZND 08 (1925)] || klakkebus [SND (2006)] || Klakkebus (speelgoed gemaakt van vlierehout om proppen mee weg te schieten) [knaptoet, kraaktuut, proppesjeeter, klambös]. [N 06 (1960)] || Klakkebus. || Klakkebus; cilindervormig kinderspeeltuig van vlierhout. [ZND 15 (1930)]
III-3-2
|
20456 |
prostituée |
del:
een vól del
del (L353p Eksel),
flots:
een zotte floêts
floêts (L353p Eksel),
fluit:
een zotte fleût, een hieëte fleût
fleût (L353p Eksel),
hoer:
hoer (L353p Eksel, ...
L353p Eksel,
L353p Eksel),
klats:
klats (L353p Eksel),
klatshoer:
klatzōēr (L353p Eksel),
pothoer:
pothoēr (L353p Eksel),
slecht wijf:
slecht wief (L353p Eksel),
teef:
teef (L353p Eksel)
|
prostituée, publieke vrouw [hoer, lichtvink, deerne, blaar] [N 115 (2003)], [N 86 (1981)]
III-2-2
|