e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eksel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pudding podding: podding (Eksel) Pudding (bodding, podding?) [N 16 (1962)] III-2-3
puimsteen puimsteen: pø̜jmstijn (Eksel) Lichte poreuze gestolde lava met een sponsachtig uiterlijk voor het polijsten van houtwerk en het inschuren van natte grondverf. De 'Gotlandsteen' (Q 162) is een zeer fijnkorrelige zandsteen uit Gotland in Zweden, harder dan puimsteen, die voor fijn schuurwerk wordt gebruikt. [S 29; L 40, 80; N 67, 60c; Renders 1; monogr.] II-9
puistjes brobbels: brobbels (Eksel), puistjes: pustekes (Eksel) puistjes [bultjes, botsels, brobbels] [N 10 (1961)] III-1-2
pullover tricot (fr.): trico (Eksel, ... ) pullover truivest met mouwen zonder knopen [N 23 (1964)] III-1-3
punaise punaisetje (fr.): penijske (Eksel) een klein metalen stiftje met grote platte kop voor het vastzetten van tekeningen etc. [tetske, punaise] [N 90 (1982)] III-3-1
punt van het blad van de zeis tip: tøp (Eksel) De scherpe punt aan het blad van de zeis, aan het uiteinde tegenover de arend en de hak. Zie afbeelding 5, nummer 3. [N 18, 68c; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-3
punt, stip tikje: tikske (Eksel) een zeer klein rond teken, een punt [stip, tikske] [N 91 (1982)] III-4-4
puntmuts pinnenmuts: pinnemuts (Eksel), puntmuts: puntmuts (Eksel) muts, wollen spits toelopende ~ met pluim of kwast [N 25 (1964)] || puntmuts, hoofdkapje dat van achteren spits toeloopt [N 25 (1964)] III-1-3
pupil kijker: PLAATS: De informant geeft als gehucht Kiefhoek op.  kiekers (Eksel), kindje: kɛ.ənəkə (Eksel), oogappel: (oeëgappel?) (Eksel), PLAATS: De informant geeft als gehucht Kiefhoek op.  oeëgappel (Eksel) Pupil: het donkere gedeelte van het oog dat wijder of nauwer wordt naarmate er meer of minder licht in valt (pupil, kijker, oogappel). [N 106 (2001)] || Pupil: het donkere gedeelte van het oog dat wijder of nauwer wordt naarmate er meer of minder licht in valt. [N 84 (1981)] III-1-1
purper, paarsrood purper: puleper (Eksel) de kleur paarsrood [purper, pilper] [N 91 (1982)] III-4-4