e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L363p plaats=Ellikom

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
uitspannen uitspannen: ū.tspanǝ (Ellikom) Het paard losmaken van de kar of het werktuig waarin of waaraan het gespannen is. Bij het uitspannen uit een kar met berries worden de draagriem, de brede buikriem en de strengen losgemaakt. Vervolgens wordt het paard naar de stal geleid. [JG 1b, 2c; N 8, 98b; monogr.] I-10
uitwijken afzetten: āf˲zętǝ (Ellikom) Als de weg smal is en er komt van de tegenovergestelde zijde een kar af, dan zullen beide voertuigen moeten uitwijken. [JG 1a, 1b; monogr.] I-10
vaars vaars: vɛ̄rs (Ellikom) Jonge koe van ongeveer twee jaar die nog geen kalf heeft gehad of voor de eerste maal kalft. [JG 1a, 1b; A 2, 38; A 4, 11; Gwn V, 6; L 8, 27; L 20, 11; R 3, 37; S 38 en 49; Wi 16; monogr.; add. uit N 3A, 20] I-11
vaatdoek schotelplag: sjutelplagk (Ellikom), schotelvod: sjutelvod (Ellikom) vaatdoek III-2-1
vagina, geslachtsorgaan van de merrie vazel: vā.zǝl (Ellikom) Het uitwendig zichtbare geslachtsdeel. [JG 1a, 1b; N 8, 35, 39b en 40] I-9
valgordijn, rolgordijn store (fr.): Dat kan op-of open worden getrokken  stoar (Ellikom) zonnegordijn III-2-1
vallen vallen: valən (Ellikom), [~an]  vallen (Ellikom) vallen [ZND m] III-1-2
van veren wisselen ruien: ruien (Ellikom), ruizelen: ri.zǝlǝ (Ellikom) [N 19, 51; L 6, 20; L 42, 5; L 48, 10; A 26, 8; Lu 2, 10; Lu 4, 8; S 30; JG 1a, 1b, 2a-2, 12, 2c; monogr.] I-12
vanzelfsprekend natuurlijk: de’s nateerlik (Ellikom) Dat is natuurlijk. [ZND 37 (1941)] III-1-4
varen varen: vārən (Ellikom, ... ) varen [ZND m] III-3-1