19288 |
flikflooien |
fletsen:
fletse (L363p Ellikom),
flikflooien:
flikfluje (L363p Ellikom)
|
flemen, vleien || mooipraten, mouwvegen
III-1-4
|
33755 |
fokmerrie |
veulensmeer:
vīǝ.lǝsmē̜.r (L363p Ellikom)
|
Een merrie geschikt voor de kweek of die één of meer veulens gehad heeft. Een kweekmeer werkt niet (Q 168), terwijl een veulensmeer ook in de kar loopt (Q 77). In tegenstelling tot een veulensmeer is een kweekmeer gewoonlijk drachtig. Kleinere boeren zorgen ervoor een veulensmeer te hebben, die jaarlijks een veulen werpt, waardoor elk jaar een aanspanner ter beschikking staat. [JG 1a, 1b; N 8, 50b]
I-9
|
34312 |
fokzeug |
zoog:
zūi̯.x (L363p Ellikom)
|
Zeug die men houdt om biggen te winnen. [JG 1a, 1b; N M, 22 add.; monogr.]
I-12
|
21559 |
fooi |
fooi:
aalmoes
foei (L363p Ellikom)
|
fooi [ZND 35 (1941)]
III-3-1
|
20143 |
fopspeen |
lots:
syn. tuter
lòts (L363p Ellikom)
|
fopspeen
III-2-2
|
21556 |
fortuin maken |
fortuin maken:
Hè zal fortuen maken (L363p Ellikom)
|
Fortuin. [ZND 35 (1941)]
III-3-1
|
33528 |
framboos |
framboos:
framboeəz (L363p Ellikom),
hennenbeer:
hinnebiêre (L363p Ellikom)
|
framboos [ZND 34 (1940)]
I-7
|
21555 |
frankrijk |
frankrijk:
Ve hemmen in Frankriek gezèten (L363p Ellikom)
|
Wij hebben in Frankrijk gezeten. [ZND 35 (1941)]
III-3-1
|
24315 |
fret |
fret:
fret (L363p Ellikom)
|
fret [ZND 48 (1954)]
III-4-2
|
33530 |
fruit, slechte kwaliteit |
kraatsel:
kraatsel (L363p Ellikom)
|
fruit, slecht, minderwaardig —
I-7
|