e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Elsloo

Overzicht

Gevonden: 697
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zeveren zeveren: zeivere (Elsloo) zeveren [zeivere, sabbere] [N 10a (1961)] III-1-1
zijde zij: pien in de zie (Elsloo), pien in de ziej (Elsloo), pien in mien zie (Elsloo) zij, zijde (pijn in de zij) [N 07 (1961)] III-1-1
zijn neus snuiten snoeven: snoeve (Elsloo) snuiten: zijn neus snuiten [sneuve, snutte] [N 10a (1961)] III-1-2
zoon jong: jong (Elsloo), joŋ (Elsloo), zoon: zōn (Elsloo) zoon; Hoe wordt de zoon door de ouders aangesproken, als hij niet bij zijn naam wordt genoemd? [DC 05 (1937)], [DC 05 (1937)] || zoon; onze buurman heeft een zoon en een dochter; volw. [DC 12a (1943)] III-2-2
zout zout: zaut (Elsloo) zout [DC 03 (1934)] III-2-3
zuchten zuchten: zuchte (Elsloo) zuchten [snokke] [N 10 (1961)] III-1-4
zuigen zuiken: zoeke (Elsloo) zuigen [suuke, snekke] [N 10 (1961)] III-2-3
zure oprisping zooi: zwaoj (Elsloo), zuurbranden, het -: t zoer branne (Elsloo) oprisping hebben gepaard gaande met een zure smaak in de mond [opzuure] [N 10 (1961)] || oprisping, een zure oprisping [de vuilen opbot, zooj, zuur] [N 10a (1961)] III-1-2
zuster zuster: zustər (Elsloo, ... ), samen: de kaenjer  zøͅstər (Elsloo) zuster; bestaat er een woord voor broers en zusters samen (Hd. Geschwister?) [DC 05 (1937)] || zuster; mijn - is achttien, mijn zuster twintig jaar; < 6 jaar [DC 12a (1943)] || zuster; mijn - is achttien, mijn zuster twintig jaar; ± 10 jaar [DC 12a (1943)] || zuster; mijn broer is achttien, mijn zuster twintig jaar; volw. [DC 12a (1943)] III-2-2
zwager zwager: šwōͅgər (Elsloo) zwager (schoonbroeder Bestaan er verschillende woorden voor den broeder van den man of de vrouw, en den man van de zuster? [DC 05 (1937)] III-2-2