34398 |
jong vrouwelijk schaap tot ongeveer een half jaar |
lammetje:
lɛmkǝ (Q207p Epen)
|
[N 77, 5]
I-12
|
34481 |
jonge kip |
pul:
pøl (Q207p Epen)
|
Bedoeld wordt de jonge kip die bijna aan de leg is of net legt. [N 19, 40d; R 14, 23b; R 3, 39; A6, 1b; JG 1a, 1b; L 1a-m; Gwn; Vld.; S 27, add.; monogr.]
I-12
|
23569 |
jonge koorzanger |
zangertje:
zingerke (Q207p Epen)
|
Een jeugdige koorzanger, zangertje, koraaltje. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
20314 |
jonge vrouw |
jonge vrouw:
jóng vrów (Q207p Epen)
|
jonge vrouw [kuie, koje, keuje] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
20159 |
jongen |
jong:
jong (Q207p Epen)
|
jongen (knaap) [SGV (1914)]
III-2-2
|
20365 |
jongen met wie een meisje verkering heeft |
mens:
mĭĕnsj (Q207p Epen)
|
de jongen met wie men verkering heeft [caprice, flip, vrijer] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
20380 |
jongen met wie men verloofd is |
mens:
mĭĕnsj (Q207p Epen)
|
verloofde [mannelijk] [caresseur] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
34455 |
jongen ter wereld brengen |
lammen:
lamǝ (Q207p Epen)
|
[N 77, 94]
I-12
|
18737 |
jongenshemd? |
hemd:
hemp (Q207p Epen)
|
Onderhemd voor jongens. Hoe noemt men in uw dialect het hemd dat onder de bovenkleding wordt gedragen, direct op het lichaam: van jongens? [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
18735 |
jongensonderbroek? |
onderbroek:
onderbrook (Q207p Epen)
|
Onderbroek voor jongens. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|