e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eygelshoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schommel schokkel: schokkel (Eygelshoven), schokkel mit ee plenkschke vuur ôp te zitte (Eygelshoven), sjokkel (Eygelshoven, ... ) Hoe noemt men het hier afgebeelde kinderspeelgoed, bestaande uit een touw dat, aan een balk of een boom tak gebonden, in een bocht naar beneden hangt, waarin kinderen graag heen en weer zweven? [DC 19 (1951)] || Schommel. || Soms is in de bocht van het touw een plankje of een bak bevestigd, waarop of waarin het kind zit. Noemt men deze vorm van het speelgoed misschien met een andere naam als de onder a getekende? [DC 19 (1951)] III-3-2
school school: šuəl (Eygelshoven) school [RND] III-3-1
schoolkinderen schoolkinderen: ṣu.əlkɛ.iŋər (Eygelshoven) schoolkinderen [RND] III-3-1
schoppen in het kaartspel schoppen: schuppe (Eygelshoven) Hoe noemt u van het kaartspel de verschillende symbolen? (Het gaat om de gewone namen, niet om woorden voor "troef"enz.). - I. Schoppen. [DC 52 (1977)] III-3-2
schoren schoren: šōrǝ (Eygelshoven) De twee schuine steunbalken die ter versteviging tussen bovenbalk en staander zijn aangebracht. Zie ook afb. 196. [N G, 62d] II-12
schotel schotel: bijvoorbeel kouw sjöttel= koude schotel  sjöttel (Eygelshoven), een groot bord uit aardewerk (bruin0  sjottel (Eygelshoven) schotel; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
schoteltje ondertasje: ōngerteske (Eygelshoven), schoteltje: sjöttelke (Eygelshoven) schoteltje, klein bordje of ~, gebruikt onder een kopje waaruit men drinkt [N 20 (zj)] III-2-1
schouder schouder: sjówer (Eygelshoven), tsoeke mit de sjówwere (Eygelshoven) Hij gaf me een klap op mijn schouder. [DC 17 (1949)] || schouders ophalen [schokschoere] [N 10 (1961)] III-1-1
schraapstaal schraapstaal: šrapštǭl (Eygelshoven), ziehklinge: tsīkliŋ (Eygelshoven) Klein, stalen blad, drie- of vierhoekig van vorm en met scherpe kanten, dat dient om hout glad te maken. Het schraapstaal wordt door verschillende houtbewerkende beroepen gebruikt. De kuiper werkt er bijvoorbeeld de buitenkant van het vat glad mee af. Zie ook het lemma ɛde buitenwand gladschavenɛ in de paragraaf over de vaktaal van de kuiper.' [N E, 45a; N G, 12; N 53, 151a; A 32, 3b; monogr.] II-12
schreeuwen keken: kēǝkǝ (Eygelshoven), kwieken: kwīkǝ (Eygelshoven) Het schreeuwen van een varken ten teken van honger of bij het slachten. [N 19, 24; JG 1a, 1b; N 76, 33; monogr.; N 19, Q 111 add.] I-12