e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q202p plaats=Eys

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rijstebrij rijstepap: riestepap (Eys) brij; Hoe noemt U: Half vast, half vloeibaar gekookt gerecht van een heel of half gemalen graansoort (gort of meel) of rijst (brij, kwet, prol, pap) [N 80 (1980)] III-2-3
rijzen gaan: gǭǝ (Eys) [N 29, 25b; monogr.] II-1
rimpels rimpels: rūmpels, rūmpel (Eys) Hoe noemt men de plooien in de huid van een mens ? Bedoelt worden vooral de plooien in het voorhoofd. Wat is hiervan het enkelvoud ? [DC 18 (1950)] III-1-1
ringen ringen: reŋǝ (Eys) Het varken een ring in de neus zetten om het het wroeten te beletten. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; N 70, 9; N 19, 26; N 19, 26, Q 98 add.; monogr.] I-12
ringen, randen verwijderen van peulvruchten aftrekken: aaftrikke (Eys), stropen: sjtrø͂ͅpə (Eys), vimmen: vaeme (Eys) [N Q (1966)] [SGV (1914)] I-7
ringrijden, ringsteken ringsteken: rinkstêjeke (Eys) ringsteken [SGV (1914)] III-3-2
ringvinger ringvinger: reŋveͅŋər (Eys), ringvinger (Eys) Ringvinger: de vierde vinger waaraan men gewoonlijk een ring draagt (ringvinger, goudvinger,vingerling, iedekje, pillepoort). [N 84 (1981)] III-1-1
ringworm omloop: øͅmlō.p (Eys) Huidziekte in de vorm van een wiel (omloop, Sinte-Katrien, springend vuur, ringelworm). [N 84 (1981)] III-1-2
rinkelen met de altaarbel schellen: schelle (Eys) Met deze bel rinkelen, bellen, schellen. [N 96B (1989)] III-3-3
rins gats: sterk  ga.ts (Eys), zurig: zurig (Eys), z‧uərex (Eys) lichtelijk zuur smakend (rins, zurig) [N 91 (1982)] III-2-3