e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eys

Overzicht

Gevonden: 5461
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
borstel borstel: buustjel (Eys), ketelborstel: kèətəlbusjtəl (Eys), potborstel: potbustjəl (Eys), schuurborstel: sjōērbusjtəl (Eys) borstel [DC 15 (1947)], [SGV (1914)] || kwastachtige borstel [DC 15 (1947)] || schrobber (van takjes) [DC 15 (1947)] III-2-1
borstkas borst: borst (Eys), bro.s (Eys), bros (Eys) borst(kas) [SGV (1914)] || Borst(kas): het voorste deel van het menselijk lichaam tussen hals en middenrif (borst, borstkas, kluter). [N 84 (1981)] III-1-1
borstlamp brostlamp: bro.sla.mp (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Laura, Julia]) Lamp die op de borst wordt gedragen. Volgens de invuller uit Q 15 was de borstlamp incidenteel bestemd voor de hoofdleiding (ingenieur, inspecteur, chef-ondergronds). De lamp had een systeem waarmee men kon aflichten, d.w.z. controleren op mijngas. Uit de opgave "mijnmeterslamp" van de respondent uit Q 21 blijkt dat de lamp ook door deze beroepsgroep werd gebruikt. [N 95, 261; monogr.] II-5
borstvliesontsteking fleuris: fl"rəs (Eys), fleuris (Eys) Pleuris: ontsteking van het borstvlies dat om de longen zit en de binnenkant van de borstkas bekleedt; pleuritis (pleuris, fleuris, floris). [N 84 (1981)] III-1-2
borstwering brusting: brøsteŋ (Eys), geländer: gelɛndǝr (Eys) Het 70 tot 100 cm hoge, gemetselde bovenstuk tussen zoldervloer en dak. Zie ook afb. 49a. [N 31, 34e; N 54, 155] || Leuning in de vorm van een plank die op ongeveer 1 meter hoogte boven de steigervloer aan de binnenkant van de staanders wordt bevestigd. Zie ook afb. 18. [N 32, 3f; monogr.] II-9
bos groente bot: büet (Eys), bussel: bussel (Eys), wis: wø.š m. (Eys) Een bundel samengebonden groenten zoals asperges, prei, etc. (bussel, bos). [N 82 (1981)] I-7
bosanemoon boterbloem: botterblom (Eys) Bosanemoon (anemone nemorosa). Een 5 tot 25 cm hoge plant met lange kruipende wortelstok; de gewone bladeren zijn handvormig gedeeld, langgesteeld, aan de stengel 3 handvormig samengestelde, langgesteelde omwindselbladeren in een krans; de bloemen groeien [N 92 (1982)] III-4-3
bosje haar dat tussen de oren naar voren hangt bles: bles (Eys) Bosje haar dat van tussen de oren over de kol of het voorhoofd tot over de ogen neerhangt. Zie ook het volgende lemma met bles in de betekenis van een lange, witte streep over de paardekop tot halverwege de neus. Zie afbeelding 2.2. [JG 1a, 1b; N 8, 26; S 27] I-9
bosviooltje maartviooltje: Maart viuulke (Eys) Bosviooltje (viola silvestris/canina). De bloemkleur is roodachtig blauw, bij de jonge bloem zeer licht, later donkerder. De spoor is spits, zonder groef en is sterk gekleurd. De bloemblaadjes zijn smal en min of meer naar voren gericht. De steunblaadjes [N 92 (1982)] III-4-3
bot eggen op terug [eggen]: ǫp tryk (Eys) Werken met een eg die "bot" is aangespannen. De eg wordt aan een zodanig punt voortgetrokken dat de tanden schuin naar achteren wijzen en bijgevolg slechts oppervlakkig door de grond gaan. Zie afb. 70. De termen zijn vooral van toepassing op het werk met de oude houten eg die schuingeplaatste tanden had. In plaatsen waar men gezien de grondsoort verschillend egwerk met dezelfde eg kon verrichten en men uitsluitend of voornamelijk bot egde om het gezaaide graan in de grond te werken, kan voor "bot eggen" dezelfde term in gebruik zijn (geweest) als voor "eggen na het zaaien". Voor het werkwoordelijk deel eggen en de weglating daarvan bij de varianten zie men de toelichting bij het lemma ''eggen''. Voor andere (...)-varianten dan ''eggen'' zij verwezen naar het lemma ''slepen''. [JG 1a + 1b+ 1c + 2c; N 11, 82; N 11A, 173b; NP, 16a; monogr.] I-2