22056 |
grote duiventeek |
teek:
seek (Q021p Geleen),
teeke (Q021p Geleen)
|
Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: grote duiveteek of mijtteek: zuigen bloed s nachts bij broedende vogels. Larven als rode speldeknoppen onder de vleugels en in de hals. [N 93 (1983)]
III-3-2
|
25060 |
grote hoeveelheid, hoop |
berm:
berm (Q021p Geleen),
deel:
⁄n deil ... (Q021p Geleen),
hoop:
houp (Q021p Geleen),
hopen (mv.):
huip (Q021p Geleen),
smak:
sjmàk (Q021p Geleen)
|
een grote hoeveelheid [bezie, hoop, pook, tas, klamp, kluts, krooi, berm, kluft, bres, meuk, del] [N 91 (1982)] || hoop [SGV (1914)] || hoopen (mv.) [SGV (1914)] || massa
III-4-4
|
23543 |
grote hostie |
grote hostie (<lat.):
groate hostiej (Q021p Geleen)
|
De grote hostie, op de pateen gelegen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
22504 |
grote knikker |
marbel:
marbel (Q021p Geleen),
marvel:
marvel (Q021p Geleen),
meis:
mawsj (Q021p Geleen)
|
(Dikke) knikker.
III-3-2
|
22141 |
grote mand met diverse onderverdelingen |
weduwschapskorf:
weduwschapskuirf (Q021p Geleen),
weduwsjapskörf (Q021p Geleen)
|
Hoe heet verder in Uw dialect: een grote mand met diverse hokjes, om het inkorven gemakkelijk te maken? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22015 |
grote mand met twee verdiepingen |
dubbele korf:
dóbbele körf (Q021p Geleen),
opleerkorf:
opleerkuirf (Q021p Geleen)
|
Hoe heet verder in Uw dialect: een grote mand met twee verdiepingen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22143 |
grote mand waarin de duiven per trein of vrachtwagen vervoerd worden |
verzendkorf:
verzendkuirf (Q021p Geleen)
|
Hoe heet verder in Uw dialect: de grote manden waarin de duiven per trein of vrachtwagen vervoerd worden? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22178 |
grote ronde worm in dunne darm |
spoelworm:
speulwörm (Q021p Geleen),
worm:
wórm (Q021p Geleen),
wörm (Q021p Geleen)
|
Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: grote ronde worm in dunne darm? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21803 |
grote ruzie? |
<omschr.> daar is het weer vaardig:
dao is -t weer viaertig (Q021p Geleen),
kermis:
kirmes (Q021p Geleen)
|
een grote ruzie [hora, bal] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
19502 |
grote schoonmaak |
grote poets:
de grote poets (Q021p Geleen),
grooate poets (Q021p Geleen),
grote schoonmaak:
de grote schoonmaak (Q021p Geleen),
poets:
də poets is aafgəlauəpe (Q021p Geleen),
veer zeen aan də poets (Q021p Geleen),
oe van poets heel kort
de poets is gedoon (Q021p Geleen)
|
de schonmaak is achter de rug [DC 15 (1947)] || het schoonmaken van het gehele huis, dat in het voorjaar plaats heeft [DC 15 (1947)] || wij zijn aan het schoonmaken [DC 15 (1947)]
III-2-1
|