e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Geleen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
met de vlakke hand op iemands rug slaan houwen: hauwe (Geleen) Met de vlakke hand op iemands rug slaan [batsen, doezen]. [N 88 (1982)] III-3-2
met een bepaalde kleur bleek: blęjk (Geleen) Als de bloem vaal is of geen bruine kleur krijgt, wordt ze "bleek" genoemd. De woordtypen "gebleekt meel", "bleke bloem", "gebleekte bloem" en "gebleekte" wijzen op het feit dat de meelmaker de kleur van de bloem kan be√Ønvloeden door bleken of door toevoeging van chemicaliën. [N 29, 16] II-1
met een drijftol spelen kokkerallen: kokkeralle (Geleen, ... ), kokkerallen (Geleen), kókkeralle (Geleen), kokkerellen: kokkerellen (Geleen) een tol op de hand laten draaien [scheppen, deinderen] [N 88 (1982)] || Hoe noemt men het spelen met dit speelgoed [kinderspeelgoed dat paddestoel- of kegelvormig is en dat met een zweep wordt voortgedreven]? [DC 24 (1953)] III-3-2
met een priktol spelen dop opzetten: den dop opzetten (Geleen), doppen: dobbe (Geleen), kokkerallen: ziet men hier niet meer  kókkeralle (Geleen) Hoe noemt men het spelen met dit speelgoed [een stuk speelgoed dat in beweging wordt gebracht met behulp van een touwtje dat er omheen wordt gedraaid]? [DC 24 (1953)] III-3-2
met grote stappen lopen stappen: sjtappe (Geleen, ... ), stappen maken: sjtêp make (Geleen) lopen, gaan; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 10 (1961)] || stappen, grote ~ maken [stuppen] [N 10 (1961)] III-1-2
met kleine hapjes eten busselen: bössele (Geleen), moffelen: móffələ (Geleen) Hoe noemt U: Druk eten met kleine hapjes (busselen) [N 80 (1980)] III-2-3
met opgeheven staart rondlopen biezen: bizǝ (Geleen) [N 3A, 9a; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
met sneeuwballen gooien sneeuwballen smijten: sjneebel sjmiete (Geleen) Met sneeuwballen naar elkaar gooien [ruiken]. [N 88 (1982)] III-3-2
met snelheid over iets heen vliegen duiken: duke (Geleen), duuke (Geleen), schieten: sjeete (Geleen) vliegen: Met snelheid over iets heen ~ (snoeken). [N 84 (1981)] III-1-2
met vuur spelen vonkelen: vunkele (Geleen) Met vuur spelen. III-3-2