e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Geleen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
slaghout bij het beugelen plets: pletsj (Geleen) Slaghout (bij beugelspel bv.). III-3-2
slagschei slagschei: šlāxšęi̯ (Geleen) De verbindingsschei(en) waarop de neergeslagen bak van de slagkar rust. [N 17, 19; N G, 56d] I-13
slak slak: schlek (Geleen), sjlek (Geleen, ... ) slak [DC 17 (1949)], [SGV (1914)] || slak, alg. [SGV (1914)] III-4-2
slakkenhuis slakkenhuisje: schlekkenhuske (Geleen), sjlekkenhuske (Geleen, ... ) slakkenhuis [DC 17 (1949)] || slakkenhuisje [SGV (1914)] III-4-2
slang slang: eigen spellingsysteem  sjlang (Geleen), WLD  sjlang (Geleen) Hoe noemt u het dier met een langgerekt, rolrond, door schubben bedekt lichaam zonder ledematen; het beweegt zich voort door zijn lichaam te krommen (slang, serpent) [N 83 (1981)] III-4-2
slank ijl: iel (Geleen), smal: sjmaal (Geleen), sjmààl (Geleen) Slank, tenger: rank, smal gebouwd (slank, raal, reel, rank, riede). [N 84 (1981)] III-1-1
slaperig kapot: kepot (Geleen), pom: (met sleeptoon)  poem (Geleen), slaperig: sjlaoperig (Geleen), sjlöprig (Geleen), vaardig: Uitdr.: zoa vaerdig wie e kemuunièjeske.  vaerdig (Geleen) Slaperig: geneigd zijn tot slapen (slaperig, dommelig, dwaas, vaakluis). [N 84 (1981)] III-1-2
slappe koffie afwaswater: Syst. WBD  aafwesjwater (Geleen) Slappe koffie (lierie, loerie, zwadder, zwoelie, poelie, poelespaat, poelieprats, laarie, paalie, pèùjt, merriezèèjk?) [N 16 (1962)] III-2-3
slecht dak slechte berg: šlɛxtǝ bɛrx (Geleen  [(Maurits)]   [Laura, Julia]) Een slecht dak laat bij het afkloppen een dof geluid horen. Het heeft loszittend gesteente. [N 95, 891; monogr.] II-5
slecht gekleed persoon armoedspongel: èrmootspungel (Geleen) in lompen gekleed [haveloos, schabullig, schamel] [N 86 (1981)] III-1-3