e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Genk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rat rat: rat (Genk) rat [Willems (1885)] III-4-2
ratel ratel: raddel (Genk) Ratel. [Willems (1885)] III-3-2
raten inkorten inkorten: enkǫrtǝ (Genk) Het opsnoeien van de raten door de imker bij korfteelt. Een drietal keren op verschillende tijden in het jaar moet dit korten van de raten gebeuren om het volk te beteugelen en het zwermen te verhinderen. [N 63, 80a] II-6
rauw rauw: ro vleesch (Genk) Rauw vlees. [ZND 41 (1943)] III-2-3
ravotten ratsen: ratsen (Genk), razen: rooze (Genk), rotsen: Rotse èn rooze.  rotse (Genk), ruizefolen: NB rousefoal: ruwe speler of worstelaar.  rousefoale (Genk) Hoe zeg je: de jongens ravotten (luidruchtig, wild stoeien, spelen)? [ZND 41 (1943)] || Ravotten. || Razen, ravotten. || Wild omgaan; ruw worstelen. III-3-2
razend van woede razetig kwaad: roozetig kòd  roozetig kòd (Genk) razend kwaad III-1-4
rechte, vormeloze benen stokken: steͅkə van bemə (Genk) benen: rechte, vormloze benen [mok-, motbeene] [N 10 (1961)] III-1-1
rechtsachter rechtsback (<eng.): reͅchzbak (Genk) Linksachter, rechtsachter. [DC 49 (1974)] III-3-2
rechtsvoor extrme (fr.) rechts: eͅkstrēm reͅchs (Genk) Links- rechtsvoor. [DC 49 (1974)] III-3-2
rechtvaardig rechtvaardig: rechvèèrdig (Genk), reͅchfēͅrĭg (Genk) rechtvaardig || Rechtvaardig. [ZND 06 (1924)] III-1-4