25343 |
slachtklaar |
vaardig:
vɛrex (L164p Gennep)
|
Bij het lezen van dit lemma moet men beseffen dat het begrip "slachtklaar" door de respondenten verschillend opgevat kan zijn. De betekenis kan zijn "vet genoeg om geslacht te worden" of "gereed staande voor de slachter of het slachthuis". [N 3a, 78]
II-1
|
34049 |
slachtrijp |
vaardig:
vɛrex (L164p Gennep)
|
Vet genoeg om geslacht te worden, gezegd van het mestkalf. [N 3A, 78]
I-11
|
17871 |
slag |
pats:
pàts (L164p Gennep),
slag:
slāg (L164p Gennep),
slāge (L164p Gennep),
slêg (L164p Gennep)
|
slag, klap, stomp [SGV (1914)] || Slag, klap: een slaande beweging met het doel om te treffen (gleer, smijt, klets, wiks, batter, bats, veeg, ketter, maai). [N 84 (1981)] || slagen (mv) [SGV (1914)]
III-1-2
|
26186 |
slaglijnen |
slaglijnden:
slaxlindǝ (L164p Gennep)
|
De drie of vier touwen waarmee de zeilen in gedeeltelijk opgerolde toestand worden vastgelegd. Zie ook de toelichting bij de lemmata ɛkoordjeɛ, ɛhalflijnɛ en ɛstroomlijnɛ.' [N O, 5f; N O, 5e; N O, 5j; N O, 5b; A 42A, 70; A 42A, 71]
II-3
|
24375 |
slak |
slak:
slĕk (L164p Gennep, ...
L164p Gennep),
slék (L164p Gennep)
|
slak [SGV (1914)] || slak, alg. [SGV (1914)]
III-4-2
|
24377 |
slakkenhuis |
slakkenhuisje:
slêkkenhuuske (L164p Gennep)
|
slakkenhuisje [SGV (1914)]
III-4-2
|
24378 |
slang |
slang:
slang (L164p Gennep),
WLD
slàng (L164p Gennep)
|
Hoe noemt u het dier met een langgerekt, rolrond, door schubben bedekt lichaam zonder ledematen; het beweegt zich voort door zijn lichaam te krommen (slang, serpent) [N 83 (1981)] || slang
III-4-2
|
17553 |
slank |
smal:
smaol (L164p Gennep)
|
Slank, tenger: rank, smal gebouwd (slank, raal, reel, rank, riede). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
17835 |
slaperig |
slaperig:
slaopərig (L164p Gennep)
|
Slaperig: geneigd zijn tot slapen (slaperig, dommelig, dwaas, vaakluis). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
20647 |
slappe koffie |
loerie:
luri (L164p Gennep),
Syst. Eijkman
lurī (L164p Gennep),
lopens:
Syst. Eijkman
lōpas (L164p Gennep),
moekkefoek:
mukəfuk (L164p Gennep),
poelie:
puli (L164p Gennep),
schotelenwater:
sxotələwōͅtər (L164p Gennep),
schotelwater:
sxotəlwōͅtər (L164p Gennep),
Syst. Eijkman
sxótəlwoͅtər (L164p Gennep),
schuddekul:
sxødəkøl (L164p Gennep),
zeik:
Syst. Eijkman
zeͅi̯k (L164p Gennep)
|
slappe koffie || Slappe koffie (lierie, loerie, zwadder, zwoelie, poelie, poelespaat, poelieprats, laarie, paalie, pèùjt, merriezèèjk?) [N 16 (1962)] || slappe koffie van gebrande gerst
III-2-3
|