e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Geulle

Overzicht

Gevonden: 4139
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
de kaarten ronddelen delen: deile (Geulle), geven: gēͅvə (Geulle) De kaarten ronddelen [delen, geven, hangen]. [N 88 (1982)] III-3-2
de kaarten schudden schudden: sjøͅdə (Geulle), stoten: sjtwatte (Geulle) Speelkaarten door elkaar mengen zodat volgkaarten goed verspreid liggen [schudden, schokken, wassen, schieten, mingelen]. [N 88 (1982)] III-3-2
de kaarten steken steken: sjtēͅkə (Geulle) De kaarten op een bepaalde manier schudden om vals te kunnen spelen [steken]. [N 88 (1982)] III-3-2
de kar wipt opslaan: (de kar) slęi̯t˱ op (Geulle) Als de kar op een verkeerde manier geladen is (zie de lemmata te licht in de rug en te zwaar in de rug), heeft ze de neiging om te wippen. [N 17, 96 + 99] I-13
de kerkgang maken de uitgang doen: oetgank doon (Geulle) De kerkgang doen/maken. [N 96B (1989)] III-3-3
de ketel leegscheppen uitscheppen: ūtšø̜pǝ (Geulle) Het uitscheppen van de ketel met behulp van een koperen of houten schep. Om de laatste resten beter uit de ketel te kunnen verwijderen, plaatste men in Q 249 de ketel schuin door er een grote hamer onder te leggen. In L 387 had men een speciale ketelschraag die werd gebruikt om de ketel schuin te zetten bij het leegmaken. [N 57, 29; N 57, 30 add.] II-2
de kruisweg bidden de staties beden: staasjes baeje (Geulle, ... ) De gebedsoefening langs de 14 staties van Jezus gang van Pilatus naar Golgotha [kruisweg, kruuswèg, kruutswèèg]. [N 96B (1989)] || De kruisweg bidden (in de vastentijd, op Goede Vrijdag, na n begrafenis) [de kruutswèèg bèèje, de statioeëne beëne?]. [N 96B (1989)] III-3-3
de maat bepalen uitmeten: ūtmǭtǝ (Geulle) In het algemeen de maat van een voorwerp bepalen. [N 53, 198] II-12
de mei vieren mei vieren: mei viere (Geulle) De tractatie bij het plaatsen van die tak of vlag. [N 88 (1982)] III-3-2
de melk inhouden ophouden: ǫphau̯wǝ (Geulle) Tijdens het melken plotseling geen melk meer geven, gezegd van de koe. [N 3A, 69; monogr.] I-11