e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L214a plaats=Geysteren

Overzicht

Gevonden: 1781
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
drinken drinken: drinken (Geysteren) drinken [DC 03 (1934)] III-2-3
drinken bij de zeug zuiken: zȳǝkǝ (Geysteren) Het zuigen of drinken bij de zeug, gezegd van de big. [N 19, 21a] I-12
drinkglas glas: glās (Geysteren) drinkglas III-2-1
drinkglas met voet schopje: sxøͅpkə (Geysteren) klein drinkglas op voet III-2-1
dronkaard zatterik: zatərek (Geysteren) zatlap, dronkelap III-2-3
dronken teut: tø̄t (Geysteren) dronken III-2-3
droog weer droog: druuëg (Geysteren), drûûch (Geysteren) droog [RND] III-4-4
droogrek tuitenrek: tuitenrek (Geysteren) Het houten rek buitenshuis waarop men vaten, melkbussen en emmers te drogen legt. [A 15, 25; monogr.] I-11
droogte droogte: drögt (Geysteren) droogte III-4-4
dropwater maken schuimpje trekken: sxymkə treͅkə (Geysteren) dropwater in een fles, flink ermee schudden: er ontstaat schuim, dit met de mond omhoog zuigen door de hals van de fles III-2-3