e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Grathem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rot, van fruit rot: WLD  rot (Grathem) Rot, gezegd van fruit (rotterig, rotsig, rot, meluw). [N 82 (1981)] I-7
rotten fronselen: WLD  frunsələ (Grathem) Rotten en verschrompelen van appels (slijten, uitdrogen, verrompelen, rotte, verfronselen, verslijten, verrimpelen). [N 82 (1981)] III-2-3
rotten, van fruit frunselen: WLD  frunsələ (Grathem) Rotten en verschrompelen van appels (slijten, uitdrogen, verrompelen, rotte, verfronselen, verslijten, verrimpelen). [N 82 (1981)] I-7
rouwpoffer/rouwmuts rouwmuts: rouwmöts (Grathem) muts met poffer, minder kostbaar of minder uitgedost dan de grote witte muts, die bij rouwgelegenheden wordt gedragen [rouwpoffer] [N 25 (1964)] III-2-2
royaal royaal (<fr.): rejaal (Grathem) royaal [DC 02 (1932)] III-3-1
rozenbottel timpelteer: tepelter (Grathem) egelantier, vrucht III-4-3
rozijn rozijn: WLD  rəzīēn (Grathem) Een gedroogde druif (rozijn, serzijn). [N 82 (1981)] III-2-3
rug rug: ruk (Grathem) rug [DC 01 (1931)] III-1-1
rug van het blad van de zeis rug: røk (Grathem) De opstaande stevige rand aan de buitenzijde van het blad van de zeis. Zie afbeelding 5, nummer 5. [N 18, 68e; JG 1a, 1b] I-3
ruien ruien: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!  rui-jə (Grathem) Hoe heet het volledig vernieuwen van het vederkleed? [N 93 (1983)] III-3-2