17950 |
beweeglijk rondlopen |
rotsen:
rōtsje (Q193p Gronsveld)
|
lopen: beweeglijk rondlopen [ritse, kwinkeleere] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
19238 |
bewerkelijk (zijn) |
bewerkelijk:
bewërkelik (Q193p Gronsveld)
|
niet eenvoudig wat de bewerking betreft, veel tijd eisend [ruizig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
25573 |
bewerken van het deeg op de werktafel |
doorslaan:
duǝršluǝn (Q193p Gronsveld)
|
De vraagstelling van N 29, 30b was: Welke bewerking ondergaat het deeg hier (op de werktafel): 1. platkloppen. 2. droogwerken. 3. doorslaan, 4. nog andere bewerkingen? Deze vraagstelling heeft de informanten toch wel problemen bezorgd bij de invulling. Woordtypen uit groep 4 en uit groep 1, 2 en 3 die per se iets anders aanduiden dan "platkloppen", "droogwerken" en "doorslaan", zijn naar de desbetreffende lemmata overgebracht. In dit lemma zijn vooral de synoniemen van ..platkloppen", "droogwerken" en "doorslaan" verwerkt. De voorrijs wordt beëindigd door de doorslag. Wanneer het deeg in de trog ligt, wordt het met de hand in stukken verdeeld, die gevouwen en gekneed worden, zodat het grootste gedeelte van het gevormde koolzuurgas en de gevormde alcohol eruit verwijderd worden (Schoep blz. 97). Door de doorslag wordt echter ook de kleefstof weer in aanraking ge-bracht met nieuw, ongebonden water, waardoor de nazwelling van de kleefstof bevorderd wordt. Hierdoor wordt het deeg droger (Schoep blz. 98). [N 29, 30b; N 29, 34; monogr.]
II-1
|
25231 |
bewolking |
bewolkte lucht:
bewoullekde loch (Q193p Gronsveld)
|
bewolking, zwerk, wolkendek [schoft] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
25107 |
bewolkte lucht |
betrokken lucht:
de loch is betrokke, mer zuut gene sjtaare (Q193p Gronsveld)
|
Hoe zegt men in uw dialect: De lucht, de hemel is bewolkt, je ziet geen sterren. [DC 30 (1958)]
III-4-4
|
18839 |
bezadigd |
gerust:
gerös (Q193p Gronsveld)
|
zeer kalm [bezadigd, bedaard, gemoedereerd] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19613 |
bezem |
bezem:
bē̞ͅstəm (Q193p Gronsveld),
béssem (Q193p Gronsveld),
de lange van rijs gemaakte bezem
bessem (Q193p Gronsveld),
borstel:
van borstel
buustel (Q193p Gronsveld)
|
bezem [RND] || bezem (soorten) [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
19729 |
bezemsteel |
steel:
šte̞ͅk (Q193p Gronsveld)
|
bezemsteel [RND]
III-2-1
|
19303 |
bezig zijn |
aan de gang zijn:
aon de geng zién (Q193p Gronsveld, ...
Q193p Gronsveld),
in de weer zijn:
ién de wèr zién (Q193p Gronsveld)
|
bezig (- zijn) || werkzaam aan of met iets bezig zijn [bezig, onledig, ollig, doende, gesteld [zijn aan]] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21299 |
bezoek |
visite (fr.):
veziét (Q193p Gronsveld)
|
de personen die op bezoek komen [bezoek, visite, volk] [N 87 (1981)]
III-3-1
|