e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Grubbenvorst

Overzicht

Gevonden: 1571
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zijde zij: pien in de ziej (Grubbenvorst) zij, zijde (pijn in de zij) [N 07 (1961)] III-1-1
zitten zitten: zitte (Grubbenvorst) zitten [SGV (1914)] III-1-2
zoeken zoeken: zeuke (Grubbenvorst) zoeken [SGV (1914)] III-1-2
zoethout zoethout: zeutholt (Grubbenvorst) zoethout [SGV (1914)] III-2-3
zolder zolder: zøͅldər (Grubbenvorst) zolder [SGV (1914)] III-2-1
zomen zomen: zø̜jmǝ (Grubbenvorst) Van zomen voorzien. Zie ook het lemma ɛzoomɛ.' [N 59, 65; N 62, 14b; L 8, 127; MW; S 46; monogr.] II-7
zonde zonde: sund (Grubbenvorst) zonde [SGV (1914)] III-3-3
zonden zonden: sund (Grubbenvorst) zonden (mv.) [SGV (1914)] III-3-3
zoom zoom: zǫwm (Grubbenvorst) De omgeslagen en vastgenaaide rand aan een stuk weefsel of een kledingstuk. Volgens Het Beste Naaiboek (pag. 290) zijn er drie soorten zomen: de omgeslagen zoom, de valse zoom en de apart aangezette zoom. Zie afb. 38. [N 62, 14a; L 8, 126; Gi 1.IV, 15; MW; S 46; monogr.] II-7
zoon jong: jong (Grubbenvorst), joong (Grubbenvorst), jongetje: cf. VD s.v. "jonkske  jungskə (Grubbenvorst), zoon: zoon (Grubbenvorst), zōōən (Grubbenvorst) (zoon;) Hoe wordt de zoon door de ouders aangesproken, als hij niet bij zijn naam wordt genoemd? [DC 05 (1937)] || zoon [SGV (1914)] || zoon; (Hoe wordt de zoon door de ouders aangesproken, als hij niet bij zijn naam wordt genoemd?) [DC 05 (1937)] III-2-2