e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Grubbenvorst

Overzicht

Gevonden: 1571
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gunnen gunnen: gunne (Grubbenvorst) gunnen [SGV (1914)] III-1-4
guur, kil en schraal weer koud (weer): kalt (Grubbenvorst, ... ) kil [SGV (1914)] III-4-4
haag heg: hęk (Grubbenvorst) Omheining van levend hout ter afpaling van een erf of een stuk land. Men kent verschillende soorten hagen onder andere beukenhaag, elzenhaag, ligusterhaag, meidoornhaag, taxushaag en vlierhaag. [N 14, 62; RND 20; Wi 9; S 13, add.; Vld.; A 25, 4a; L 1a-m; L B2, 279; JG 1b, add.; L 32, 45; monogr.] I-8
haagappel haagappel: haagappel (Grubbenvorst) haagappel [SGV (1914)] III-4-3
haam haam: hām (Grubbenvorst) Kraagvormig halsjuk van een trekpaard dat op de schouderbladen rust en zich met de bewegende schouders kan meebewegen. Het bestaat voornamelijk uit twee gebogen haamspanen (cf. lemma Haamspanen) die door middel van een haamslot (cf. lemma Haamslot) aan elkaar worden vastgemaakt. Om de nek van het paard te beschermen zijn aan de binnenkant van de haamspanen kussens aangebracht (cf. lemma Haamkussen). Aan de trekhaken van het haam (cf. lemma Trekhaken, trekogen) worden de strengen bevestigd (cf. lemma Strengen) waarmee het paard trekt. Het woord is in heel Limburg mannelijk. [JG 1a, 1b; N 13, 1; L 1 a-m; L 26, 1; R 3, 60; S 12; monogr.] I-10
haan haan: han (Grubbenvorst), haantje: hantjǝ (Grubbenvorst) Het mannetje van de hoenderen. [N 19, 39; A 39, 3c; A 6, 1a; A 2, 30; L 7, 27; L 14, 19; L 26, 17; L 1a-m; JG 1a, 1b; Wi 13; Wi 17; Gwn 5, 15 add.; Vld.; monogr.] I-12
haar haar: ho.r (Grubbenvorst) haar (op het hoofd) [RND] III-1-1
haarenkelen haarenkelen: haarinkele (Grubbenvorst), hāreŋkǝlǝ (Grubbenvorst) De enkels bij het stappen tegen elkaar strijken of slaan, zodat ze verwond geraken. [L 1, a-m; N 8, 71, 72, 78a, 79 en 84d; S 8] || zijn enkel stuk stoten bij het lopen [SGV (1914)] I-9, III-1-2
haarvlecht vlecht: vlech (Grubbenvorst) vlecht [SGV (1914)] III-1-1
haas haas: haas (Grubbenvorst), haas (mv.): haas (Grubbenvorst) haas [SGV (1914)] || hazen [SGV (1914)] III-4-2