e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Grubbenvorst

Overzicht

Gevonden: 1571
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hoefstal, noodstal noodstal: noǝtstal (Grubbenvorst) Een uit houten planken of metalen buizen vervaardigd gestel dat vóór of in de smidse is opgesteld. Wanneer een paard moet worden beslagen, wordt het in de hoefstal geplaatst. Zie ook afb. 220. [N 33, 6; N 33, 374; S 14; L 1a-m; L 1u, 96; L B2, 278; A 43, 15; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] II-11
hoek (tussen twee lijnen) hoek: hoeken (mv.) ; heuk  hook (Grubbenvorst) hoek [SGV (1914)] III-4-4
hoekschop hoekschop: hoekschop (Grubbenvorst) Hoekschop. [DC 49 (1974)] III-3-2
hoepel ring: rink (Grubbenvorst) hoepel [SGV (1914)] III-3-2
hoepelen ringen: ringe (Grubbenvorst) hoepelen [SGV (1914)] III-3-2
hoest hoest: hōōs (Grubbenvorst) hoest [SGV (1914)] III-1-2
hommel hommel: hŏŏmmel (Grubbenvorst) hommel [SGV (1914)] III-4-2
homp, brok, klont klot: kloet (Grubbenvorst) kluit [SGV (1914)] III-4-4
hond hond: hŏŏnk (Grubbenvorst) hond [SGV (1914)] III-2-1
honing honig: honex (Grubbenvorst) Produkt door de bijen uit bloemvocht of nectar bereid en afgezet in de cellen van de raten. Honing is een zoete stof die door mensen als voedingsmiddel wordt gebruikt. [N 63, 43b; N 63, 111; L 1a-m; L 35, 105; S 14; S 38, JG 1a+1b; JG 2b-5; Ge 37, 128; A 9, 8; monogr.] II-6